Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Niet geplaatst artikel voor de Volkskrant, 9 december 1993


Oppressie in muziek bij Brabants Orkest

Lutoslawski en Sjostakovitsj, door het Brabants Orkest o.l.v. Peter Gülke, m.m.v. Robert Holl, Luk Nielandt, Ellen Versney en Koninklijk Mannenkoor 'La Bonne Espérance'. Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven.

De Dertiende Symfonie 'Babi Jar' van Dmitri Sjostakovitsj is nauwelijks een symfonie. Het is eerder een cyclus orkestliederen, zij het met een belangrijk koor-aandeel. Dat Sjostakovitsj dit in 1962 voltooide werk toch als symfonie wilde beschouwen heeft ongetwijfeld te maken met het belang dat dit genre werd toegedacht in zijn oeuvre. Want Sjostakovitsj bekleedde tegen wil en dank de positie van componerend boegbeeld van de toenmalige USSR.
En Babi Jar is zonder meer een belangrijk stuk, omdat het boegbeeld hier voor het eerst openlijk een eigen, dissidente koers ging varen, geleid door de teksten van de dichter Jevtoesjenko. Babi Jar, het eerste gedicht, is genoemd naar de plaats waar in 1941 70 duizend joden door de nazi's werden vermoord, maar het was vooral een aanklacht tegen het Russische nog altijd levende antisemitisme, waarbij de makers zich bovendien sterk vereenzelvigden met het vertrapte volk.
Ook de teksten van de volgende vier liederen liegen er niet om: een sarcastisch loflied op de humor, beelden van eindeloos wachten in de rij, en een beklemmende beschrijving van de angst die over iedereen in de Sovjet-Unie zijn schaduw werpt ('De angst als er aan de deur geklopt wordt, de angst met vreemden te spreken, of mogelijk met je eigen vrouw').
Hoe was dit mogelijk in het Rusland van dertig jaar geleden? Het kon alleen doordat de toenmalige Sovjet-leider Chroesjtsjov een kortstondige 'dooi' op gang had gebracht, en doordat Sjostakovitsj' faam inmiddels zo groot was dat hij vrijwel onaantastbaar was. Toch kregen ze er last mee, Chroesjtsjov incluis. De Dertiende werd na vele strubbelingen in première gebracht op 18 december 1962 en in de Sovjet-Unie daarna nog maar zelden uitgevoerd.
De muziek van de Dertiende is op zichzelf niet eens zó wereldschokkend. Bijtend, kaal en somber als ze is, werkelijk navrant wordt ze allereerst door de manier waarop ze de tekst onderstreept.
Of de bas Robert Holl, die donderdag bij het Brabants Orkest de solo-partij vertolkte, werkelijk Russisch spreekt en verstaat weet ik niet, maar hij zingt het stuk in elk geval of hij de oppressie aan den lijve heeft ondervonden. De betrokkenheid van dirigent Peter Gülke, het orkest en het honderdkoppig mannenkoor was niet helemaal van die orde, maar leidde in elk geval tot geconcentreerd spel, waarin zowel de razende energie als de lange adem het volle pond kregen. Volstrekt probleemloos verliep de uitvoering niet: juist de naden in de muziek, waar Sjostakovitsj abrupt van de ene naar de andere versnelling schakelt, of unisono-blokken aan vlammende tutti-ontladingen monteert, waren dikwijls te onverbloemd hoorbaar. Maar de balans en de scherpte van de klank, en vooral de bijdragen van de instrumentale solisten lieten weinig te wensen over.
Dat zich in de gelederen van het Brabants orkest voortreffelijke musici bevinden bleek ook in het Dubbelconcert voor hobo, harp en kamerorkest van de Pool Witold Lutoslawski. Harpiste Ellen Versney en vooral hoboïst Luk Nielandt wisten kleur en vaart te brengen in muziek waar, het laatste deel uitgezonderd, weinig 'beet' aan zit.
Een programma als dit getuigt ervan dat het Brabants Orkest niet benauwd is om zich buiten de geijkte paden te begeven. Brahms, Beethoven en de dit seizoen onvermijdelijke Tsjaikovski blijven pijlers in het repertoire, maar daarnaast avonturiert het orkest ijverig met minder gangbare stukken uit de eerste helft van deze eeuw. Walton, Elgar, Vaughan Williams, Enescu, Kodály, Honegger en Roussel, Diepenbrock, Pijper; een Tweede Weense School-programma met Reinbert de Leeuw als gastdirigent; een concert met uitsluitend werk van Tristan Keuris: er valt veel te ontdekken bezuiden de grote rivieren. En omdat er met name in Eindhoven, sinds een jaar gezegend met een nieuw Muziekcentrum, aan publieksaanwas gewerkt dient te worden is het te loven dat het Brabants Orkest daarbij niet de makkelijkste weg kiest.


© Frits van der Waa 2006