de Volkskrant van 16-12-1994, Pagina 11, Kunst, recensie
Op eigen kompas van noot naar noot
Cd's van
Boerman, Torstensson
De Vries bewijzen niveau van
nieuwe Nederlandse muziek
JE ZOU BIJNA gaan denken dat er geld mee te verdienen valt, zoveel
cd's met Nederlandse muziek worden er tegenwoordig uitgebracht. Naast de twee
promotielabels Donemus en NM Classics zijn er nog tal van andere
cd-producenten die de markt bestoken met nieuwe muziek van eigen bodem. En
zelfs in het buitenland neemt de belangstelling voor Nederlandse muziek toe.
Zo heeft het Engelse Olympia-label Willem Pijper ontdekt, ongetwijfeld dank
zij het Schönberg Kwartet, dat een markant, maar fijnzinnig pleidooi
houdt voor diens vijf strijkkwartetten. Met recht en reden heeft Olympia de
cd ondergebracht in zijn Explorer-serie: de geest die uit deze
strijkkwartetten spreekt - van het eerste, een onmiskenbaar jeugdwerk uit
1920, tot en met het laatste, onvoltooide kwartet uit 1946 - is die van een
zoeker.
Die verkenningsdrift, en de opvallend behendige omgang met de klank van het
strijkkwartet, maken opnieuw hoorbaar waarom Pijper jarenlang als de grootste
Nederlandse componist is beschouwd. Los van die context vallen ook deze
stukken na de eerste prikkelingen zoals gebruikelijk wat tegen en treedt er
een zekere grauwheid in. Maar Pijper heeft zijn kwaliteiten - historisch
zowel als muzikaal - en die maken deze cd tot een verdiend klankdocument.
Minstens zo verdiend is de langverbeide cd met drie elektronische werken van
Jan Boerman, die NM Classics heeft uitgebracht. De grootste teleurstelling is
het ontbreken van de vermelding Vol.1, want het oeuvre van de nu 71-jarige
componist is even bescheiden als zijn muziek indrukwekkend is, en het is al
jaren tijd voor een complete Boerman-editie. Deze uit voltages geschapen
werelden zijn weids en fantasmagorisch, vulkanisch en betoverend, en bovenal:
bewoonbaar. Vergeleken met Boermans al twee maal op lp verschenen Compositie
1972, een werk dat zelfs de meest in het verleden verschanste toehoorders nog
de oren zou openen voor de elektronica, zijn de drie stukken op deze plaat
wat somberder en esoterischer van karakter.
Donemus maakt de laatste jaren flink werk van zijn serie Composers' Voice
Highlights - een overigens zeer onbesuisd gekozen titel, want nu kunnen
alleen nog dode componisten in een andere categorie worden ondergebracht
zonder iemand voor het hoofd te stoten. De meest recente release, een cd met
werk van Klas Torstensson, biedt de oprukkende leegte van de noemer
Highlights gelukkig een furieus tegenwicht. Torstensson schrijft maximale
muziek, waarin kolkende, klankmassa's voortdurend versplinteren in een
vrijwel vruchteloze zoektocht naar de weg van de minste weerstand. In het
grote orkestwerk Stick on Stick worden de details in het parcours enigszins
gemaskeerd door de onmogelijkheid om een enorm, overigens grandioos
presterend orkest zonder kleerscheuren door de partituur te wringen, laat
staan door twee speakers.
In Urban Songs zijn de facetten in alle opzichten - compositie, uitvoering,
registratie - scherper geslepen. Met behulp van de computer ontgint
Torstensson onbekende grensgebieden tussen de stem van Charlotte Riedijk,
elektronische en instrumentale klanken. Tussen die twee omvangrijke oorvegen
doet Urban Solo, de sopraansolo-variant van Urban Songs, onverwacht introvert
en breekbaar aan.
De microscopische, nog veel ijlere speeldoos-variant Urban Extra is onlangs
door Eigen Wijs, het label van de VPRO, uitgebracht op de cd Music Box, samen
met 31 andere nauwelijks waar te nemen, maar onmisbare voetnoten bij
componistenoeuvres.
Ik had wel eens willen horen wat Klaas de Vries en Geert van Keulen, van wie
eveneens cd's zijn verschenen bij Donemus, voor zo'n speeldoosje bedacht
zouden hebben, want tegengestelder naturen zijn nauwelijks denkbaar. Van
Keulens muziek is aangekleed, die van De Vries uitgekleed. Van Keulen graaft
zich in in harmonieën, De Vries hakt zijn tonen uit, als inscripties.
Van Keulens Tympan en Armonia zijn bijna wellustige exploraties op het gebied
van samenklank en klankkleur. Naast de glorieuze uitvoeringen door het
Concertgebouworkest onder Chailly steken de twee oudere opnamen van Scena en
het Vioolconcert ietwat bleekjes af.
De muziek van De Vries heeft - mij althans - meer te zeggen. Het drietal
werken op deze cd heet een trilogie te vormen, maar de exuberante,
quasi-primitieve sopraanstemmen in Diafonia, la Creación, dat ik
ondanks de manifeste verschillen niet kan beluisteren zonder herinnerd te
worden aan Steve Reichs Tehillim, lijken vrijwel los te staan van de twee
andere, nauwer verwante instrumentale stukken. Hier vecht De Vries zich
volstrekt op eigen kompas van noot naar noot. Vooral de priemende, naar
eenstemmigheid neigende kaalte van . . .Sub nocte per umbras. . . is
indrukwekkend, maar krijgt juist door de oplaaiende blazers in De profundis
een nog veel grotere diepgang.
Bij al deze cd's zijn zowel de uitvoeringen als de opnamen van een kwaliteit
die nog eens lijkt te bevestigen hoe goed het in Nederland gaat met de nieuwe
muziek. Dat die ontwikkeling op deze manier voor later wordt vastgelegd is
uiteraard heel belangrijk - want op de hitlijsten zal men deze platen niet
gauw aantreffen.
Jan Boerman: Electronic Music. NM Classics 92032.
Willem Pijper: Five String Quartets. Schönberg Kwartet. Olympia OCD 457.
Geert van Keulen: Tympan, Armonia, Scena, Vioolconcert. Koninklijk
Concertgebouworkest o.l.v. Ricardo Chailly, Groot Omroepkoor en Radio
Filharmonisch Orkest o.l.v. David Porcelijn, Vera Beths en Omroeporkest
o.l.v. Geert van Keulen. Donemus CV33.
Klaas de Vries: Diafonia, Sub nocte per umbras, De Profundis. Gerrie de
Vries, Reina Boelens en Asko Ensemble o.l.v. David Porcelijn, Schönberg
Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw, harmonieorkest van het Rotterdams
Conservatorium o.l.v. Arie van Beek. Donemus CV34.
Klas Torstensson: Stick on Stick, Urban Solo, Urban Songs. Radio Symfonie
Orkest o.l.v. Zolt·n Peskó, Charlotte Riedijk, Asko Ensemble
o.l.v. Stefan Asbury. Donemus CV32.
Music Box, 32 composities voor muziekdoos. Eigen Wijs 9413.
© Frits van der Waa 2006