de Volkskrant van 14-04-1997, Pagina 8, Kunst, recensie
Levenslustige Chadwick mag vaker worden gespeeld
Dvorak, Busoni en ander werk door het Radio Filharmonisch Symfonie
Orkest o.l.v. Gennadi Rosdjestvenski. Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven,
10 april.
Met Gennadi Rosdjestvenski is het altijd feest. Als hij het podium op komt,
is het of hij zich verkneukelt op de poetsen die hij zijn publiek zal gaan
bakken tijdens de uitsmijter. Een clown is hij, ook een dompteur, en bovenal
een groot kunstenaar. Welke andere dirigent dan Rosdjestvenski is in staat om
vergeten meesters als Ferruccio Busoni of George Whitefield Chadwick met even
veel overgave tot klinken te brengen als Sibelius en Dvorak?
Rosdjestvenski's optreden met het Radio Filharmonisch Orkest maakt deel uit
van de serie Einde van een eeuw, een terugblik op muziek die in of omstreeks
1897 is ontstaan. Van fin de siècle-gevoelens is bij deze aflevering
echter geen sprake. Dvoraks symfonisch gedicht De Woudduif en Sibelius'
ballade De bruiden van de rivierschipper zijn misschien van een lichter
kaliber dan het grote werk van hun makers, maar evengoed zijn het robuuste,
geïnspireerde stukken. De Woudduif is een juweel van
instrumentatiekunst, terwijl Sibelius' ballade, die met Wagneriaanse allure
wordt vertolkt door Anne Gjevang, wordt overspoeld door de orkestrale
uitbeeldingen van het rivierwater.
Markanter nog was het contrast tussen het Vioolconcert van Busoni en de
Symphonic Sketches van Chadwick - zeker gezien de faam die de twee
componisten genieten. Chadwick is nagenoeg vergeten, maar de naam van Busoni
wordt nog omgeven door een zekere glans. Die heeft waarschijnlijk eerder te
maken met zijn legendarische pianospel en zijn visionaire denkbeelden over
nieuwe muziek dan met zijn compositorische kwaliteiten. Zijn Vioolconcert
althans is een stuk van niets. Verbijsterend dat een zo erudiet mens niet
heeft ingezien dat een componist meer met de tonen do re mi fa sol hoort te
doen dan ze in die volgorde achter elkaar te zetten. Want dat is - enkele
aardige, onuitgewerkte ideeën daargelaten - de voornaamste substantie
van dit concert. Rosdjestvenski had zijn 27-jarige zoon Alexander meegebracht
om de solopartij te spelen, een oefening waarvan deze zich met grote ijver,
doch zonder veel overtuigingskracht kweet.
Daarentegen blijken de Symphonic Sketches van Chadwick zo veel origineels en
verleidelijks te bevatten dat het op zijn plaats lijkt deze componist vaker
in het zonnetje te zetten. Ja, het stuk werkt regelmatig op de lachspieren,
zÛ ontzettend Amerikaans is het, en zozeer word je om de oren geslagen
met alle mogelijke clichés - maar tegelijkertijd bruist het van
levenslust en sprankelende invallen, zodat je je onherroepelijk gewonnen moet
geven. En bij nader inzien zijn die associaties met Hollywood- en
tekenfilmmuziek misplaatst (het stuk is immers een eeuw oud) en zou het best
kunnen zijn dat Chadwick die cliché's niet toepaste, maar ze heeft
uitgevonden; kortom, dat hij de grondlegger van een traditie was - en bepaald
niet de geringste.
De speciaal door Rosdjestvenski vervaardigde orkestratie van Sousa's befaamde
marsmuziek The Stars and Stripes Forever sloot hier volmaakt bij aan - en
natuurlijk was het geen gewone orkestratie, maar een als grap verpakte
hommage, waarin de bewerker zich opnieuw een meester van het droogkomische
understatement betoonde.
© Frits van der Waa 2006