de Volkskrant van 30-04-2004, Pagina 25, Cicero, Recensie
Stalin steevast een slag voor gebleven
Ambigue studie over Sjostakovitsj
In 1979, vier jaar na de dood van Dmitri Sjostakovitsj, de bekendste componist van de Sovjet-Unie, werd het boek Testimony gepubliceerd: de memoires van Sjostakovitsj, opgetekend uit diens eigen mond door de musicoloog Solomon Volkov. Het sloeg in als een bom: de componist, die ogenschijnlijk altijd naar het pijpen van het sovjetregime had gedanst, betoonde zich hier een 'geheime' dissident.
Dat veranderde ook de perceptie van zijn muziek: met name zijn oorlogssymfonieën, die altijd waren opgevat als schilderingen van de heroïsche strijd van het Russische volk tegen de Duitse invasie, konden nu beluisterd worden als een aanklacht tegen het Sovjet-systeem zelf. Sjostakovitsj was in één klap salonfähig. Zijn muziek wordt inmiddels even vaak gespeeld als die van klassieken als Beethoven en Brahms. Testimony heeft daar ongetwijfeld in niet geringe mate aan bijgedragen.
Helaas bleef het boek niet onomstreden. Natuurlijk werd de authenticiteit ervan in de USSR alom weersproken, onder andere door de zoon van de componist, Maxim Sjostakovitsj (die dat overigens in 1986, eenmaal naar het westen uitgeweken, weer herriep). Zorgelijker was dat een Amerikaanse musicologe overtuigend wist aan te tonen dat Volkov met zijn materiaal gesjoemeld had: zo bleken juist de teksten op de door de componist gesigneerde pagina's van Volkovs typoscript ontleend aan artikelen die Sjostakovitsj eerder in de Sovjet-Unie had gepubliceerd.
Natuurlijk verhieven zich ook weer tegenstemmen: vooraanstaande Russische musici als Mstislav Rostropovich, Vladimir Ashkenazy en Joeri Temirkanov getuigden dat ze zich volledig in de inhoud van het boek konden vinden.
Het debat over het waarheidsgehalte van Testimony is tot op de dag van vandaag niet verstomd. In het algemeen wordt aan de juistheid van de strekking van het boek niet getwijfeld maar Volkovs reputatie als betrouwbaar musicoloog heeft niettemin een flinke deuk opgelopen.
Zo komt het dat het niet meevalt Volkovs nieuwe boek, Shostakovich and Stalin, zomaar voor zoete koek te slikken. Volkov gaat in zijn inleiding ook totaal niet in op de controverse: hij meldt alleen dat men zijn eigen zienswijze en die van Sjostakovitsj nogal eens door elkaar heeft gehaald, en dat hij daarom het aantal verwijzingen naar Testimony tot een minimum beperkt heeft gehouden.
Curieuzer is Volkovs drijfveer om dit boek te schrijven: hij signaleert namelijk speciaal in Amerikaanse academische kringen de tendens om Sjostakovitsj te bezien als een gezagsgetrouwe figuur, die gedwee aan de leiband van het regime liep precies het beeld dat velen tijdens Sjostakovitsj' leven van de componist hadden, en dat inmiddels behoorlijk ontkracht is maar voor Volkov blijkbaar niet afdoende.
Grote onthullingen bevat Shostakovich and Stalin zeker niet, maar deskundigen zullen er vast vele betekenisvolle details in kunnen aantreffen. Veel gewicht legt Volkov op de enkele telefoongesprekken die Sjostakovitsj met Stalin persoonlijk voerde, waarvan hij verbazend veel weet (maar hoe?). En aangezien ook hier net als in Sjostakovitsj' muziek de mogelijkheid van het double-entendre zich voordoet, blijft zijn interpretatie dat de componist de dictator steeds een slag voor wist te blijven toch wat twijfelachtig.
Storend is dat Volkov het hele boek blijft hameren op de parallel die er in dit verband bestaat met de verhouding tussen Tsaar Nicolaas I en Poesjkin. Hoewel die zienswijze vast niet onterecht is, wordt het op den duur vervelend om daar steeds weer op gewezen te worden. Wel werpt het boek nieuw licht op de gespannen relatie tussen artistieke vrijheid en een totalitair regime, en vooral ook op de drijfveren die Stalin ertoe brachten Sjostakovitsj tot twee maal toe publiekelijk aan de schandpaal te nagelen en hem vervolgens, zeldzaam genoeg, te sparen.
Ook de beweegredenen van Sjostakovitsj, die zich niet alleen publiekelijk, maar ook meermaals als componist, conformeerde aan de eisen die hem gesteld werden krijgen uitgebreid aandacht. Daarnaast gaat Volkov uitvoerig in op het lot van kunstenaars als Eisenstein, Prokofjev, Akhmatova en vele anderen met wie het minder goed afliep.
Het boek biedt al met al een gedegen overzicht, maar laat toch ambigue gevoelens achter (mede vanwege dat korreltje zout waar Volkovs voorgeschiedenis om vraagt). Wat hier beschreven wordt is vooral de kunst om tussen de regels door te lezen. Het kan zijn dat de burgers van de USSR die feilloos verstonden. Maar hoe verklaar je dan de overeenkomst tussen de enthousiaste reacties die Sjostakovitsj' muziek niet alleen in de Sovjet-Unie, maar van meet af aan ook in het vrije Westen opriep? Ja, natuurlijk weet iedereen dat muziek abstracte en emotionele, en niet te vergeten autobiografische waarden in zich bergt. Maar ook politieke?
En zo ja, hoe kon Sjostakovitsj die wél verborgen houden voor Stalin, en blijkbaar niet voor de grote massa? Op dat soort vragen geeft dit boek helaas geen antwoord.
Solomon Volkov: Shostakovich and Stalin The Extraordinary Relationship Between the Great Composer and the Brutal Dictator. Alfred A. Knopf, import Van Ditmar; 336 pagina's; Ä 34,95. ISBN 0 375 4108 21.
© Frits van der Waa 2006