Händel neemt het op voor lelijke cycloop
Händel: Aci, Galatea e Polifemo, door The Gabrieli Consort and Players o.l.v. Paul McCreesh. 23 februari, Concertgebouw, Amsterdam.
Componisten willen nog weleens in hun eigen voetsporen treden. Zo heeft Händel twee keer
de mythe van Acis en Galatea tot een muziekstuk verwerkt. Het meest bekende van de twee is de
Engelstalige masque uit 1718, maar tien jaar eerder al, in zijn Italiaanse tijd, had
Händel zich al eens beziggehouden met deze stof.
Paul McCreesh en zijn Gabrieli Consort and Players volgden deze week het spoor terug, met
een reeks uitvoeringen van de cantate Aci, Galatea e Polifemo, die donderdag werd
afgesloten in het Amsterdamse Concertgebouw.
De partijen van de twee gelieven Acis en Galatea, werden op voorbeeldige wijze vertolkt
door Gillian Webster en Barbara Kozelj. Webster had als mannelijke helft van het paar de
hoogste noten en de wildste fiorituren, terwijl Kozelj juist een weldadige laagte
tentoonspreidde. Maar de glansrol was weggelegd voor bas Christopher Purves, in de rol van
de lelijke, wellustige cycloop Polifemo.
Het verhaal loopt niet goed af, want Polifemo gooit een groot rotsblok naar het hoofd van
zijn rivaal Acis, die dat niet overleeft, maar op verzoek van Galatea door haar vader Nereus
wordt veranderd in een riviertje. Voor de muziek heeft die dramatische wending daarentegen
gunstige gevolgen. De inleidende schermutselingen kosten bij Händel namelijk heel wat
tijd zonder dat er veel inspiratie aan te pas komt. De tekst zit stampvol metaforen en
vergelijkingen, die niet allemaal even treffend worden uitgebeeld. Zo lijkt de storm op zee
waarvan sprake is eerder op een wiegeliedje.
Pas in de tweede helft neemt het werk wel degelijk een hoge vlucht, wanneer Polifemo
zichzelf afschildert als een verwarde motvlinder (in een melodie vol onbeholpen sprongen),
en Galatea opgelucht kwinkeleert als een vogel. Maar het meest aangrijpend is natuurlijk het
in broze, kwijnende strijkersklanken uitgedrukte zieltogen van Acis.
Het verhaaltje wordt wat minder eendimensionaal doordat Händel het in zekere zin opneemt
voor de onbehouwen lelijkerd Polifemo - eigenlijk een underdog, een beklagenswaardige
zielepoot die geen meisje kan krijgen. Zo brengt hij de reus terug tot menselijke proporties.
McCreesh en zijn ensemble belichtten al deze aspecten op behartigenswaardige wijze, met
treurig zwevende blokfluitjes, bucolische hobo's en boerse bassen.
© Frits van der Waa 2006