de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 31 maart 2006 (pagina 14)
Reich zoekt lijnen der geleidelijkheid
Reich-programma, door London Sinfonietta en Akram Khan Company o.l.v. Brad Lubman en Akram Khan. 29 maart, Concertgebouw, Amsterdam.
Het zal de wereld niet ontgaan dat Steve Reich in oktober van dit jaar 70 wordt. De invloedrijkste
levende Amerikaanse componist wordt gehuldigd met grote festivals in Los Angeles, Baden-Baden, Londen en
New York, plus nog een flink aantal kleinere verjaarspartijtjes.
Amsterdam nam daar woensdag een voorschot op, met een geheel aan Reichs muziek gewijd prachtprogramma
van London Sinfonietta. Speciale attractie was de première van Variations for Vibes, Pianos and
Strings, visueel opgeluisterd door de Akram Khan Dance Company. De componist waakte zelf vanachter
een regelpaneel over de geluidsbalans.
Het nieuwe stuk werd voorafgegaan door twee beproefde werken uit de Reich-canon. Het twintig jaar oude
Sextet is een van de eerste werken waarin de aanvankelijk minimalistische trekken van zijn muziek
plaatsmaken voor kruidige harmonieën en indringende contrasten. De felle uitvoering van London
Sinfonietta, met bijtende marimba- en pianomotieven als aanjagers, maakte duidelijk dat ook de
uitvoeringspraktijk van Reichs muziek in die twintig jaar een evolutie heeft doorgemaakt.
Nog geladener is het drie jaar later geschreven Different Trains, een tripelstrijkkwartet waarin
gesproken citaten van overlevenden uit de Duitse concentratiekampen geïncorporeerd zijn.
De nieuwe Variations zijn gecomponeerd in opdracht van de zalen die samen de European Concert
Halls Organisation (ofwel ECHO) vormen. Vergeleken met de twee werken uit het voorprogramma is het een
vriendelijk stuk, dat meer langs lijnen van geleidelijkheid verloopt dan we de laatste jaren van Reich
gewend zijn. De twee piano's, de vier vibrafoons en de twaalf strijkers opereren voortdurend als
ensemble. Gezamenlijk ontvouwen ze een weefwerk dat bestaat uit een schering van gaandeweg verder
uitgerekte akkoorden en steeds onvoorspelbaarder inzettende basnoten, en een inslag van beweeglijke,
pulserende middenstemmen. Twee snelle secties omlijsten een trager, maar even oorstrelend middendeel:
zoals dikwijls is symmetrie troef bij Reich.
De choreografie van Akram Khan maakt gebruik van een idioom met veel wervelend voeten- en armenwerk,
geïnspireerd op de klassieke Indiase kathak-dans. Vanuit een quasi-geïmproviseerde solo
groeit het aantal dansers aan tot drie, en wordt ook de samenhang met de muziek zichtbaarder, in
simultane accenten.
Geestig is het moment waarop de dansers ruggelings naar het publiek gesticulerende armbewegingen
beginnen te maken, tot dirigent Brad Lubman zich met lessenaar en al bij hen voegt en er een kwartet
ontstaat - waarna hetzelfde proces zich in omgekeerde richting voltrekt. De vondst kan alleen niet
verhullen dat Khan niet zozeer aansluiting bij Reichs muziek heeft gevonden, als wel bij de
bewegingstaal van het dirigeren.
© Frits van der Waa 2006