de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 mei 2006 (pagina 17)
Roukens' broeierig vernevelde klanken
Janssen, Roukens en Berio, door het Brabants Orkest o.l.v. Arie van Beek. 28 April, Muziekcentrum
Frits Philips, Eindhoven.
Yun, Takemitsu, De Leeuw en Jeths, door het Schönberg Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. 30 april.
Muziekgebouw, Amsterdam. Radio 4: 10/5, 20.00 uur.
'Muziek is psychologie.' Zo antwoordt de 24-jarige Joey Roukens onomwonden op de vraag wat de
twee studies die hij volgt met elkaar te maken hebben. Geen componist zal hem ongelijk geven, zeker niet
in dit tijdsgewricht waarin de aandacht evenzeer uitgaat naar de sensuele als naar de cerebrale aspecten
van de muziek.
Het Brabants Orkest, dat vrijdag de première verzorgde van Roukens' Running from Silence,
demonstreerde dat met een fraai samenhangend programma. Het nieuwe werk werd geflankeerd door Side
Wings van Guus Janssen, waarin brokjes Ellington en Monk worden gekoppeld aan een voor Janssen
ongewoon verleidelijk orkestpalet, en door Rendering, Luciano Berio's knappe verwerking van
Schuberts onaffe notities voor een Tiende Symfonie.
Roukens, die als middelbare scholier al aandacht trok toen zijn werk werd uitgevoerd door het
Nederlands Blazers Ensemble, richt zich in zijn tweede orkestwerk op verkenningen van klankkleur en
ruimte. Dat doet hij heel geraffineerd, en met lef. Uit een broeierige opening met bijna
impressionistische, vernevelde klanken komen geleidelijk vastomlijnde motieven naar voren, die in de
loop van tien minuten meer en meer uitbotten, waarna het stuk bijna ongemerkt overslaat in een beweeglijk
meerstromenland en uitmondt in groot gejoel en gejuich. Een verre trombone roept ten slotte de trompet
weer in het geheugen die aan het begin zachtjes vanuit de coulissen klonk.
Het Schönberg Ensemble voerde vergelijkbare verkenningen uit in een programma dat met werk van
Isang Yun, Ton de Leeuw en Toru Takemitsu muzikale connecties tussen Oost en West exploreerde. Het nieuwe
werk Meme van Willem Jeths sloot daar perfect op aan. Dat komt niet zozeer doordat het gebaseerd
is op materiaal uit de China-opera Hôtel de Pékin waar Jeths aan werkt, maar vooral
doordat de schrijfwijze - met liggende basnoten, elkaar als schaduwen omspelende lijnen en een voortdurend
verder aftasten van toonschalen en intervallen - een uitgesproken oriëntaalse inslag heeft.
Uit de ketsende, rondzingende timbreweefsels van het ensemble komen de partijen van de altviolistes
Nobuko Imai en Susanne van Els steeds bloemrijker naar voren, waarbij een even intiem als kortstondig
onderonsje met een derde altviool een wonderlijke verdieping teweegbrengt.
Maar het meest intrigerende aan Meme is de opbouw. Almaar uitdijende intervalconstellaties
gaan gepaard met een radicale reductie van de klank, zodat de beide solistes op het eind minutenlang het
rijk alleen en alle ruimte hebben.
© Frits van der Waa 2006