de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 31 mei 2007 (pagina K18)
Beter in balans
Pierre Boulez staat erom bekend: voortdurend poetst en verbouwt hij aan zijn werk, zo ook aan zijn
Pli selon pli. Opvallend genoeg kan juist de oudste opname er nog heel goed mee door.
De stilte die op 13 juni 1960 intrad na het laatste akkoord van Pli selon pli trof componist
Rudolf Escher 'als een negatieve klankexplosie na de voorgaande positieve'. Het nieuwe werk van de toen
34-jarige Pierre Boulez, dat die dag zijn première beleefde in Keulen, maakte op Escher zo'n
diepe indruk dat hij zich enkele maanden later in Bazel bij Boulez vervoegde om de nieuwe compositie
onder diens leiding te analyseren. Waarop hij besloot een flink aantal van zijn werken te herroepen. Als
je bedenkt dat Boulez dertien jaar jonger was dan Escher, zegt dat wel iets over het gewicht dat zijn
muziek in de schaal legde.
Reinbert de Leeuw, die Pli selon pli komende dinsdag dirigeert in het Holland Festival, was er
twee jaar later bij, toen de cyclus zijn eerste Nederlandse uitvoering beleefde in het Concertgebouw. Ook
hij was 'verpletterd' door de kennismaking met het werk. 'Het is één van de muzikale
monumenten uit die tijd,' vindt hij, terugblikkend na vijfenveertig jaar. 'Een stuk waarin alles
samenkomt waardoor die componistengeneratie geobsedeerd was: ideeën over serialisme, over ruimte, en
dan en dat geldt speciaal voor Boulez over de verfijning van de klank. Voor het eerst was
te horen hoe sterk zijn muziek aansluit bij Debussy, bij de Franse traditie.'
Portrait de Mallarmé luidt de ondertitel van het werk, dat, in Boulez' woorden,
'gekristalliseerd' is rondom vijf sonnetten van Stéphane Mallarmé. De 19de-eeuwse dichter
schiep labyrinten van woorden, klanken en betekenissen, waarin de componisten van de jaren zestig hun
eigen alomvattende, 'inclusieve' idealen herkend moeten hebben.
Toch is de wijze waarop Boulez Mallarmé in klank heeft geportretteerd eerder metaforisch dan
picturaal. Dat gaat zover dat grote delen van de tekst ofwel weggelaten ofwel onverstaanbaar zijn. De
zinsnede Pli selon pli ('plooi na plooi') is ontleend aan een ander gedicht van Mallarmé,
dat beschrijft hoe de stad Brugge opdoemt uit de nevel.
Het hart van het werk wordt gevormd door drie Improvisations sur Mallarmé, waarin de
zangeres een hoofdrol bekleedt. Die worden omlijst door twee omvangrijke, voornamelijk instrumentale
delen, Don en Tombeau, die slechts nog snippers en sleutelwoorden van Mallarmés
teksten bevatten.
Er is in musicologische kringen al veel gezegd, geschreven en getheoretiseerd over de
toonhoogtestructuren, formele aspecten en de mate waarin de muziek de versregels, rijm en inhoud van de
poëzie reflecteert; dat gaat zo ver dat in Improvisation III de woorden oplossen in de muziek,
naar analogie van de teloorgang van de scheepswrakken in de tekst.
Minstens zo belangrijk is evenwel dat het cerebrale element in Pli selon pli gepaard gaat met een
grote mate van vrijheid. De Leeuw: 'Het heten niet voor niets improvisations. De tempo's zijn heel
flexibel, mede afhankelijk van de adem van de zangeres, en van de versieringsnoten. Dat element is heel
kenmerkend voor zijn stijl.'
De versie waarvan De Leeuw indertijd getuige was, klonk alweer anders dan degene die Escher twee jaar
eerder had gehoord. Boulez had het eerste van de vijf delen, dat aanvankelijk gedacht was voor sopraan
en piano, intussen voorzien van een orkestbegeleiding.
De componist, die erom bekend staat dat hij bij voortduring poetst en verbouwt aan zijn oudere werk, liet
zijn chef d'oeuvre daarna ruim twintig jaar ongemoeid, maar onderwierp het eerste en vierde deel
in de jaren tachtig toch aan een grondige revisie. Hoewel de oudere versies van Pli selon pli niet
meer leverbaar zijn bij Boulez' uitgever Universal Edition, zijn de plaatopnames die hij in 1969 en 1981
maakte dat nog wel, wat aardig vergelijkingsmateriaal oplevert met de recente en dus omgewerkte
versie die hij in 2001 heeft opgenomen.
Opvallend genoeg kan juist de oudste opname er nog heel goed mee door. Eigenlijk klinkt de uitvoering
spetterender dan die van 1981, wat voor een deel te maken heeft met de zang van Halina Lukomska, wie de
rol beter ligt dan Phyllis Bryn-Julson, maar ook met het elan van de musici, al gaat het in beide opnamen
om het BBC Symphony Orchestra. De meest recente registratie, met Boulez' eigen Ensemble InterContemporain,
is afwijkend, en dan gaat het niet alleen om de uitbouw van de noten, die vooral in het vierde deel heel
markant is, met verschillende toegevoegde partijen en zelfs compleet nieuwe secties.
Frappant is dat de musici het vocabulaire zo veel beter beheersen. De muziek klinkt niet meer als aan
elkaar gepaste puzzelstukjes, maar veeleer als een vloeiend geheel, dat moeiteloos van kleur verschiet
als de noten van partij naar partij springen. Tegelijkertijd is de opname minder ruimtelijk dan de twee
voorgaande, waardoor vooral sopraan Christine Schäfer, hoe excellent verder ook, iets minder markant
naar voren komt.
Of Boulez' uitbreidingen het werk nu echt beter in balans brengen, zoals hij zelf vindt, mag de
luisteraar zelf uitmaken. Hoewel de schok van het nieuwe er na al die jaren misschien een beetje af is,
is het toch wel duidelijk dat Igor Stravinsky's oordeel, die het werk drie weken voor zijn dood beschreef
als 'pretty monotonous and monotonously pretty', allerminst toepasselijk is al heeft Boulez het
zich, getuige zijn verbeteringen, misschien toch erger aangetrokken dan men destijds dacht.
Teksten van Pli selon pli
Stéphane Mallarmé (1842-1898) publiceerde tijdens zijn leven niet
meer dan vijftig gedichten. De vijf sonnetten die Boulez koos voor Pli selon pli weerspiegelen zijn
oeuvre in chronologische volgorde: het eerste, Don du poème, stamt uit 1865, toen de dichter 23
was; het laatste, Tombeau, schreef hij een jaar voor zijn dood. De overige drie zijn Le vierge,
le vivace
et le bel aujourd'hui (1885), Une dentelle s'abolit (1887) en À la nue accablante tu (1892).
Muziek van Pli selon Pli
Boulez componeerde Improvisation sur Mallarmé I en II in 1957, begon het
jaar daarop aan het afsluitende orkestwerk Tombeau, componeerde tussendoor Improvisation III, en
completeerde de cyclus in 1960 met het eerste deel Don, toen nog voor sopraan en piano. De eerste
complete uitvoering van de cyclus vond plaats op 13 juni 1960 in Keulen. In de twee jaren daarop
bewerkte Boulez de eerste twee delen voor een omvangrijker bezetting.
In 1983-84 volgde een revisie van Don, in 1989-90 een ingrijpender bewerking van Improvisation III. De
eerste Nederlandse uitvoering van die 'definitieve' versie van Pli selon pli vond plaats in 1994 in de
Rotterdamse Doelen o.l.v. Arie van Beek.
Opnamen van 'Pli selon pli' o.l.v. Boulez:
1969: Halina Lukomska en BBC Symphony Orchestra. Sony.
1981: Phyllis Bryn-Julson en het BBC Symphony Orchestra. (Boulez- box met 4 cd's). Erato.
2001: Christine Schäfer en het Ensemble InterContemporain. DG.
'Pli selon pli' wordt op dinsdag 5 juni uitgevoerd in het Amsterdamse Concertgebouw, als onderdeel van
het Holland Festival. Uitvoerenden: Barbara Hannigan, sopraan: het Asko & Schönberg Ensemble o.l.v.
Reinbert de Leeuw.
© Frits van der Waa 2007