de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 24 september 2007 (pagina 10)
Niet iedere componist weet de tijd te stoppen
Musica Sacra , 21, 22, 23/9, Maastricht.
Ter hoogte van het stinkend streepzaad klinken lage kwinten, en uit de luidspreker boven het knikkend
nagelkruid en de knolspirea komt een hoog gesnor. De tuin van het Natuurhistorisch Museum is omgebouwd
tot een akoestisch landschap, waaraan binnenwaaiende viool- en pianoklanken vanuit het belendend
conservatorium het hunne toevoegen.
Een buste van Jac. P. Thijsse slaat zwijgend gade hoe Bart van Dongen, auditief kunstenaar, onder een wit
tentdak zijn spanninggestuurde synthesizers bedient. Van Dongens klanklandschap De Gestolde Tijd
is misschien wel de beste belichaming van het thema van het Maastrichtse Musica Sacra-festival,
Visioenen van Eeuwigheid.
De tijd, het doek waarop elke componist zijn klanken schildert, is ongrijpbaar, zeker als binnen dat
afgebakende canvas een suggestie van eindeloze uitgebreidheid gegeven moet worden. Een vruchtbaar thema
is het desondanks wel, want ook niet-religieuze componisten zoals Louis Andriessen, wiens De Tijd
het sluitstuk van het festival is, hebben zich over die problematiek gebogen.
Toch is zoveel eeuwigheid al gauw te veel van het goede. Het Limburgs Symphonie Orkest speelt
Gesungene Zeit van Wolfgang Rihm, met de fantastische violiste Antje Weithaas als aanjager in
ijlheid. Het stuk is zo statisch dat het halve uur in een oogwenk om lijkt te gaan, terwijl de
kraakheldere klanken van Lukas Foss' Time Cycle daarentegen, evoluerend van toonsnippertjes tot
regelrechte Weltschmerz, er net zo min in slagen de tijdsbeleving stil te zetten als het tot tien
minuten uitgevloeide kerstliedje Musica celestis van Aaron Jay Kernis.
De absolute eeuwigheid heeft niets menselijks meer. Dat is te horen in Prana, waarin Peter
Adriaansz vier zangeressen, vier slagwerkers en drie elektrische gitaristen op boventoonverkenning
uitstuurt. Het is een geestdodende exercitie, zodat het ernaar uitziet dat de componist er de eeuwigheid
wel niet mee zal halen.
Dan was Olivier Messiaen een betere navelstaarder. Zeven forse bidprenten in de voor hem karakteristieke
lispelstijl vormen samen de cyclus Les Corps Glorieux. In de duizendjarige Sint Servaasbasiliek
lijkt de tijd inderdaad stil te staan tijdens de uitvoering door organist Marcel Verheggen.
Hoewel de eeuwigheid in Maastricht felle concurrentie geniet van een anno 2007 uiterst kortstondig
verschijnsel, namelijk mooi weer, zijn de concerten van Musica Sacra goed bezocht. De Onze Lieve
Vrouwebasiliek zit vrijdagmiddag helemaal vol bij de lustige Latijns-Amerikaanse barokmuziek die het
ensemble Música Temprana de overdadig galmende ruimte inwerpt. Toch komt de strekking van
Chiquito-Indiaanse teksten goed door, vooral dankzij de stralende sopraan van Xenia Meijer.
Aanmerkelijk transcendenter klinkt de uitvoering van Francisco Guerrero's Missa Saeculorum Amen
door La Hispanoflamenca. De acht zangers bereiken een subliem evenwicht in de vierhonderd jaar oude
muziek van de Spaanse grootmeester, die bepaald niet lang van stof is, maar toch met gebruikmaking van
een zestonig motto een schoonheid bewerkstelligt die werkelijk tijdloos genoemd mag worden.
© Frits van der Waa 2007