de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 september 2007 (pagina K18)
Akkoorden met weerhaakjes
De l'Estocart: Deux coeurs aimants. Ludus Modalis olv Bruno Boterf. Ramée.
Ook bij kenners van renaissancemuziek zal de naam van Paschal de l'Estocart niet direct de oren doen
spitsen. Maar dat zou wel eens anders kunnen worden nu het Franse ensemble Ludus Modalis een cd aan zijn
chansons spirituelles en Latijnstalige gezangen heeft gewijd. De l'Estocart werd geboren in 1539, had
protestantse sympathieën, en verdween na 1584 geheel uit de geschiedenis. De cd Deux coeurs
aimants, die in Frankrijk al bekroond is met een Diapason d'or, laat horen dat hij een edelsmid met
noten was, die wendbaar omging met teksten, textuur en ritmiek, en die en passant akkoorden met kleine
weerhaakjes in zijn harmonieën verwerkt; niet meteen hemelbestormend, maar wel pikant.
De titel Deux coeurs aimants kan de luisteraar op het verkeerde been zetten, want het gaat niet om
liefdesliedjes, maar om devote gezangen, die echter wel dikwijls gehuld zijn in het klinkende gewaad dat
we kennen van de chansons uit die tijd. Ze zullen ook eerder bedoeld zijn voor huiselijke stichting dan
voor gebruik in de kerk. Maar het ware genot komt van de wijze waarop de tien zangers van Ludus Modalis
de muziek vertolken: geheel a cappella uiteraard, dikwijls met een zanger per stem, soms met meer. Ze
beheersen de kunst van het rein intoneren tot in de perfectie, waardoor de luisteraar bij voortduring
verkeert in een weldadig klankbad, maar zijn toch ook niet beducht voor een beetje persoonlijke
inkleuring, zodat het nergens steriel wordt.
The Language of Love. Duo Trobairitz. Hyperion.
Over de zangkunst in de Middeleeuwen weten we een stuk minder dan over die van de Renaissance, laat staan
over de wijze van begeleiding. Het Duo Trobairitz, bestaand uit zangeres Faye Newton en vedelspeelster
Hazel Brooks, vertegenwoordigt de richting die in de jaren zestig al werd aangegeven door de Studio der
frühen Musik: sobere zang zonder toeters en bellen, ruimte voor improvisatie in de begeleiding, en
af en toe een stukje declamatie op z'n Oudfrans. Niet echt nieuw dus, maar de vraag is of dat nou zo
nodig moet met oude muziek. Hun debuut-cd The language of love is geheel gewijd aan liederen van
de troubadours en trouvères uit de 12de eeuw, en blijft ondanks het beperkte arsenaal de volle 65 minuten
boeien, wat niet in de laatste plaats te danken is aan Newtons frisse, charmante stemgeluid.
The Elfin Knight. Joel Frederiksen. HM.
Bij de woorden Parsley, sage, rosemary and thyme dringt zich helaas onmiddellijk de associatie op
met de hit van Simon & Garfunkel die in elke supermarkt uit de luidsprekers sijpelt. Toch is het
muziek met een respectabele leeftijd, net als het nog platter getreden Greensleeves. De Amerikaanse
zanger Joel Frederiksen blaast de oude traditionals nieuw leven in, door zichzelf begeleid op luit en
door het Ensemble Phoenix Munich op andere instrumenten. Hoewel er in dit ballad-genre veel leuke
teksten te vinden zijn blijft de muziek wat geitenwollensokkerig, ook omdat Frederiksen iets te goed weet
dat hij een fraaie stem heeft.
Alla Napoletana. Suonare e Cantare. Alpha.
Aanzienlijk meer jeu hebben de 16de-eeuwse Napolitaanse stads- en straatmuziekjes die het in Frankrijk
gevestigde Suonare e Cantare bij elkaar hebben gezocht. De prominente, om niet te zeggen nasale, zang
van Francisco Orozco moet je wel liggen, maar er zijn ook veel instrumentale stukjes, en het ensemble
paart verfijning aan enthousiasme. Liefhebbers van de zanger Marco Beasley die hetzelfde
repertoire iets zoetgevooisder benadert zullen deze aanstekelijke benadering zeker weten te
waarderen.
© Frits van der Waa 2007