Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 1 oktober 2007 (pagina 12)

Duistere tragiek met tegenwicht van krekeltjes en vogeltjes

Corelli, Schnittke, W.F. Bach en Vainberg door Amsterdam Sinfonietta o.l.v. Candida Thompson. 27-9, Muziekgebouw, Amsterdam.

Met het klavecimbel als verbindende schakel tussen de achttiende en de twintigste eeuw zijn niet zo heel veel boeiende programma's te verzinnen, maar Amsterdam Sinfonietta is daar toch in geslaagd. Spil in dit optreden was de Britse toetsenist Richard Egarr, die vooral in het Klavecimbelconcert van Bachs oudste zoon Wilhelm Friedemann een flink aandeel had, waarin hij met vuur en gevoel te werk ging.

Het stuk stamt uit 1767, en is daarmee een werk uit een overgangsperiode: in het Molto Adagio, het hart van de compositie, hoor je het klavecimbel als het ware smeken om de meer genuanceerde aanslagmogelijkheden van de pianoforte. Richard Egarr doet met zijn expressieve spel trouwens alles om dat te compenseren. Amsterdam Sinfonietta, dat eerder op de avond in Corelli's Concerto grosso een tweedimensionale tegenstelling tussen soli en tutti neerzette die nog het meest had van een wall of sound, maakte W.F. Bachs muziek met speelse nuances tot een lust voor het oor.

In Alfred Schnittkes Concerto grosso nr 1 passeerden te midden van quasi-Schubert en quasi-Vivaldi een paar lucide momenten, maar het overgrote deel van het stuk gaat toch gebukt onder een grauwsluier van clusters en rondzeurend gezoem.

Des te verrassender was de Zevende Symfonie van Mieczyslaw Vainberg uit 1966: af en toe onderbroken door het klavecimbel. De betrekkelijk onbekende Rus Vainberg was een tijdgenoot en vriend van Sjostakovitsj, en hanteert een vergelijkbare hoekige melodiek en scherpe harmonische overgangen, maar is in het algemeen veel milder en veel minder verbitterd. Duistere tragiek ontbreekt niet, maar krekeltjes en vogeltjes bieden tegenwicht. Deze Nederlandse première kan beschouwd worden als een hartverwarmende roep om meer aandacht voor Vainberg.


© Frits van der Waa 2007