Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 juli 2008 (pagina K26)

Mannelijke lokroepen

Tallis, Sheppard en Tye, door het Hilliard Ensemble. ECM.

Bij het ECM-label heeft muziek nooit louter een aardse kant. Vandaar dat het Engelse Hilliard Ensemble, dat altijd de blik hemelwaarts gericht heeft, veel van zijn projecten heeft toevertrouwd aan de gevoelige microfoons van ECM. Dat die afkorting oorspronkelijk stond voor 'Edition of Contemporary Music' speelt natuurlijk geen rol, en bovendien slagen de vijf heren van het ensemble er telkens weer in om stokoude muziek als nieuw te laten klinken. Zo gaat het ook met de 16de-eeuwse kerkcomposities van Thomas Tallis, Christopher Tye en John Sheppard, die gebundeld zijn onder de titel Audivi Vocem. Voor de Hilliard-zangers, gepokt en gemazeld in de Engelse koortraditie, ligt dit repertoire dicht bij huis. Zoetvloeiende harmonieën, verstrengelde lijnen en een streven naar een klare, verstaanbare tekstvoordracht leiden tot een innige, dikwijls serene muziek, waar de Hilliards met hun mannelijke sirenenzang nog wat eigen verlokkingen aan toevoegen.

Thomas Tallis is van dit drietal met grote voorsprong de bekendste, maar bij nadere beluistering zitten er net iets meer prikkels in de vier delen van Tyes Missa Sine Nomine, die de rode draad in de collectie vormen. De vier motetten van Sheppard vallen op door hun wonderlijke cirkelgangen, waarbij de verknoopte stemmen ronddraaien in harmonische kringetjes. De enige vraag die de uitvoeringen van het Hilliard Ensemble altoos weer oproepen is of die muziek vier à vijf eeuwen terug ook zo ongelooflijk oorstrelend geklonken heeft. Echt bezwaarlijk is dat natuurlijk niet.

Martin: Triptychon. Deutsche Radio Philharmonie o.l.v. Christoph Poppen. ECM.

De muziek van Frank Martin (1890-1974) heeft nooit de bekendheid gekregen die ze feitelijk verdient. Dat heeft veel te maken met het feit dat Martin anders dan zijn generatiegenoten de banden met het muzikale verleden nooit heeft willen verbreken, en natuurlijk ook met het gegeven dat hij geboren werd in het kleine landje Zwitserland en zich later vestigde in het kleine landje Nederland. Drie van zijn late werken zijn nu door de Deutsche Radio Philharmonie op één ECM-cd bijeengebracht. In de eerste twee speelt het geloof een centrale rol. Zo is het instrumentale werk Polyptique een verklanking van zes taferelen uit het passieverhaal, waarin violiste Muriel Cantoreggi prachtige lijnen trekt tegen een ondergrond van twee strijkorkesten. De muziek is niet verhalend, maar wel beeldend: zo zijn in het vijfde deel de geselende slagen die de Heiland moest ondergaan duidelijk hoorbaar. Maar belangrijker is dat het boeiende muziek is, met een mengeling van chromatiek en een aan Bach verwant, streng geconstrueerd contrapunt, waarin zich van tijd tot sublieme geluksmomenten voordoen. Het Maria-Tryptichon is niet minder fraai, maar krijgt door toedoen van sopraan Juliane Banse een zekere topzwaarheid.

Tulve: Lijnen. NYYD Ensemble o.l.v. Olari Elts, Stockholm Saxophone Quartet, Silesian String Quartet. ECM.

Voor een cd met muziek van een Estlandse componiste is de Nederlandse titel Lijnen opmerkelijk te noemen. Ze is ontleend een gedicht van de Belg Roland Joris, waarop Helena Tulve haar gelijknamige compositie gebaseerd heeft. Tulve (36) is een getalenteerd toondichteres, die graag verkenningen uitvoert op het gebied van vreemde timbres, glissandi en kwarttonen. De zes stukken op deze cd delen een ietwat eenzijdige esthetiek die kenmerkend is voor de meeste muziek uit de hoek van de Baltische staten. Het is alsof de componiste met een camera langzaam van dichtbij een oppervlak aftast. Het pleit voor haar dat ze in die oppervlakken toch telkens weer nieuwe texturen weet te vinden en dat haar stukken uiteindelijk toch ergens terecht komen, al moet de luisteraar daar soms iets te lang op wachten.


© Frits van der Waa 2008