Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 juni 2009

Adembenemend laatste werk Kagel

De laatste maat: in memoriam Mauricio Kagel, door Asko/Schönberg o.l.v. Reinbert de Leeuw. 23 juni. Muziekgebouw, Amsterdam.

Met de dood valt niet te spotten – behalve als je Mauricio Kagel heet of Heinrich Heine. Zoveel werd duidelijk tijdens het concert De laatste maat, waarin Reinbert de Leeuw en het Asko/Schönberg een muzikale hulde brachten aan de in september vorig jaar overleden componist Kagel.

Die had zijn leven lang een scherp oog en oor voor alle absurde en merkwaardige kanten van het muziekleven, en het lijkt wel of zijn laatste, onvoltooide compositie, In der Matratzengruft, ook bedoeld is als laatste en onvoltooide compositie. Een mooiere paradox had Kagel zelf zich in elk geval niet kunnen wensen.

Voor zijn opus ultimum koos Kagel teksten van de dichter Heinrich Heine, die net als hijzelf zijn laatste jaren worstelde met een falend gestel. Het zijn fantastische verzen, doortrokken van melancholie en ironie; teksten van het soort waarmee Kagel voortreffelijk uit de voeten kon. Een beetje jammer was het daarom wel dat het in het Muziekgebouw weer eens zo donker was dat die teksten, vrij essentieel voor het begrip van het werk, praktisch niet meer te lezen waren.

Gelukkig was daar wondertenor Marcel Beekman, die de geest van de tekst tot in de laatste snikjes en jammerklachten tot uitdrukking bracht. Ook het ensemble haalde alles uit het stuk wat Kagel erin heeft gestopt – en dat is veel. Het is adembenemend: een regelrecht klinkend testament, vol verzakkende klankmengsels, spookviolen, tubaklanken met wiebelvibrato, en zo'n beetje alles wat maar te realiseren is in het vocale gebied. Beekman klikklakte met tong en lippen, floot en zong tegelijk, botte uit in een weelderige coloratuur, steeds in perfecte samenhang met de tekst. Met zijn uitgesproken dunne ensembleklank, waarin Kagel steeds weer andere instrumentencombinaties exploreert, doet In der Matratzengruft denken aan Schönbergs Pierrot Lunaire uit 1912, en het stuk kan die vergelijking nog doorstaan ook.

Als opmaat was er Aus dem Nachlass, waarin drie lage strijkers dat vervreemdende Kageliaanse universum verkenden, waarin gesmoorde timbres en een zweem van nostalgie de toon zetten en een subtiele kwinkslag niet ontbreekt. Divertimento?, waarin de dirigent het aan de stok heeft met een anarchistisch orkest, biedt veel meer spektakel. Het is niet ongeestig, maar toont Kagel van zijn ongebreidelde kant, die niet zijn beste was.


Klein voetnootje:
Met deze bespreking vierde ik mijn 25-jarig bestaan als Volkskrantrecensent. Mijn nog anonieme eerste stukje verscheen ook op 25 juni, precies een kwart eeuw eerder.
© Frits van der Waa 2009