de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 september 2009
Vergeten instrument bron van rijke klanken
Festival Oude Muziek Utrecht. T/m 6 september.
De baryton van Freek Borstlap heeft veel weg van een Siamese tweeling. Het is alsof er een poging is
gedaan twee instrumenten in elkaar te schuiven, wat maar gedeeltelijk gelukt is: de twee aan elkaar
gegroeide halzen gaan gekroond met één snaarhouder met wel dertig stemschroeven, en
onderaan de ene romp komen de snaren bijeen in twee staartstukken. Dat alles is nodig omdat de baryton,
een soort viola da gamba, behalve zeven aangestreken snaren ook nog een hele set meeklinkende snaren heeft,
die bovendien via openingen in de achterkant van de hals kunnen worden aangetokkeld.
De baryton is allang in onbruik geraakt. Maar op het Festival Oude Muziek Utrecht is het instrument weer
actueel, omdat Haydn er nogal wat stukken voor geschreven heeft, in opdracht van zijn broodheer, de
barytonspelende graaf Nikolaus Esterházy. Aangename muziek is het, waarin de licht neuzelige
barytonklank op dikwijls amusante momenten wordt uitgebreid met tokkeltonen. Bij het Ricercar Consort
gaat het een stuk steviger toe. Voorman Philippe Pierlot maakt ten enenmale duidelijk wat
Esterházy in de baryton zag: een instrument dat bonhomie kan paren aan vlammende vertogen,
en diepgang aan lustige danswijsjes.
Aanmerkelijk plompere geluiden zijn te horen bij Richard Egarrs Academy of Ancient Music, die van
Haydns Nelsonmesse een zwaar klankenspervuur maakt. Dit in tegenstelling tot het overdreven
poezelig gespeelde orgelconcertje van Händel dat daaraan voorafgaat. Haydn en Händel,
respectievelijk tweehonderd en tweehonderdvijftig jaar dood, boekten beiden als Duitse componist
belangrijke successen in Londen. Dat hadden ze weer gemeen met de Felix Mendelssohn, die dan ook
samen met zijn jubilerende voorgangers in dit festival tot protagonist is verheven.
Het Orkest van de Achttiende Eeuw, het 'orchestra in residence' van dit festival, vertolkt twee van
Mendelssohns symfonieën en een ouverture. De vloeiende, schijnbaar zwaartekrachtloze klank die Frans
Brüggen zijn orkest ontlokt is geen novum meer, maar het charisma van de inmiddels erg stramme
dirigent is ongebroken.
Een andere belangrijke negentiende-eeuwer in het festival is Beethoven. Artistiek leider Jan van de
Bossche nam twee jaar terug het initiatief om diens late strijkkwartetten op historisch correcte
instrumenten tot klinken te brengen, en formeerde daartoe het Narratio Kwartet, dat maandag officieel
debuteerde.
Gedurende twee jaar hebben de vier strijkers zich elke maand een week lang over de vijf kwartetten
gebogen, en dat is te horen aan scherp geïntoneerde akkoorden, evenwicht in de klank en een
eensgezinde benadering van de dikwijls weerbarstige materie. Maar de meerwaarde die dit project beoogde
ontbreekt. Deze muziek is door vele topkwartetten al zo enorm uitgediept, dat er weinig maar aan toe
te voegen valt voor de musici van Narratio. De oude instrumenten hebben om te beginnen al een kleinere
dynamische reikwijdte, maar uiteindelijk is het vooral een gebrek aan temperament en zelfs een enkele
maal aan bedrijfszekerheid dat hun vertolkingen minder overtuigend maakt dan te wensen was.
© Frits van der Waa 2009