de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 5 november 2009
Andriessens plooibare tekstbehandeling
Louis Andriessen: La Passione e.a. Boston Modern Orchestra Project o.l.v. Gil Rose. BMOP/sound.
We zijn geneigd te denken dat de Amerikaanse orkestwereld wordt geregeerd door de wet van de grootste
gemene deler. Niet in Boston. Daar hebben ze sinds 1996 het Boston Modern Orchestra Project, een orkest
dat zich onder aanvoering van dirigent Gil Rose uitsluitend toelegt op hedendaagse muziek. Het blikveld
is niet benepen. Zo heeft het BMOP onlangs een cd uitgebracht met werk van onze eigen Toondichter des
Vaderlands, Louis Andriessen. De vier niet eerder op cd verschenen werken vertegenwoordigen de opmaat
tot Andriessens meest recente muziektheaterwerk, La Commedia, dat in 2008 zijn première beleefde.
De hoofdpersonen zijn zangeres Cristina Zavalloni en violiste Monica Germino, die Andriessen het
afgelopen decennium tot zijn muzikale muzen heeft verheven. Uit deze muziek spreekt een toegenomen
belangstelling voor de relatie tussen taal en toon. Het scanderend reciteren dat kenmerkend was voor
zijn vroegere werk heeft hier plaatsgemaakt voor een plooibaarder, recitatief-achtige tekstbehandeling.
Als prelude fungeert het korte, klankrijke Bells for Haarlem, dat tingelend en beierend precies doet
wat de titel belooft. De hoofdschotel is het omvangrijke La Passione, een soort van liedcyclus op
teksten van Dino Campana. Andriessen benut allerlei ingrediënten uit zijn vocabulaire, zoals
middelpuntvliedende akkoordwisselingen, boventoonmengsels en zowaar een toonschildering hier en
daar, bijvoorbeeld de 'engelachtige klokjes' in het tweede lied. Belcantoliefhebbers zullen moeite
hebben met de wat hese zingzeggerij van Zavalloni, maar de muziek is daar perfect op toegesneden,
en in Letter from Cathy en Passeggiata in tram in America e ritorno laat ze horen dat ze allerlei
verschillende vocale identiteiten kan aannemen.
Cloud Atlas. Cloud Atlas Ensemble. Zefir.
'Een sextet voor overlappende solisten: piano, klarinet, cello fluit, hobo en viool, elk met zijn
eigen toonzetting, stijl en kleur. In de eerste helft wordt elke solo onderbroken door de volgende;
in de tweede wordt elk afgebroken deel afgemaakt, in de juiste volgorde.' Zo omschrijft de componist
Robert Frobisher, een personage is David Mitchells roman Cloud Atlas, zijn Cloud Atlas Sextet. Die
gespiegelde structuur is niet toevallig dezelfde als die van Mitchells boek, dat bestaat uit zes
heel verschillende, maar toch met elkaar verbonden verhalen.
Het boek werd muziek. Zes Nederlandse componisten componeerden elk een sextet (leuker dan een solo).
Die werden door een speciaal hiervoor geformeerd ensemble uitgevoerd, in de juiste omarmende volgorde.
Het geheel is prikkelend, en beslist meer dan de delen, waarvan sommige zonder hun rivaliserende
buren wat gewoontjes zouden klinken. Jammer is dat de aanpalende stukken van Dies Le Duc en Jorrit
Tamminga iets te veel op elkaar lijken. De uitvoering is in elk geval uitstekend, voor de lezers
van het boek blijft ook wat zoekwerk over, en David Mitchell zelf voegt met voorgelezen in- en
uitleiding een zevende laag toe aan de raamvertelling.
© Frits van der Waa 2009