de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 december 2009
Haitink geeft Kerst pas met Beethoven inhoud
Kerstmatinee: Mahler en Beethoven, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. 25 december, Concertgebouw, Amsterdam.
Het was op de kop af tweeëntwintig jaar geleden dat Bernard Haitink voor het laatst op Eerste Kerstdag voor het Koninklijk Concertgebouworkest stond. Het was een voortijdig einde van de drie-eenheid Haitink, Mahler en de Kerstmatinee, veroorzaakt door een vertrouwensbreuk tussen de dirigent en de directie.
Haitink had op zijn minst nog de Zesde en de Achtste Symfonie van Mahler op zijn kerstconto willen bijschrijven, maar het was hem niet gegund. Riccardo Chailly, die het stokje overnam, verving Mahler door Puccini, Carl Orff en anderen.
Alleen had de matineetraditie nooit meer de glans van weleer, toen de welhaast mystieke vertolkingen van Haitink vanaf de beeldbuis de huiskamers ingestraald werden.
Nu was Haitink er dan weer, inclusief een klein Mahlertje: vijf liederen uit Des Knaben Wunderhorn, met in de hoofdrol Christianne Stotijn, de mezzo wier reputatie de afgelopen jaren als een komeet de hoogte ingeschoten is.
Dat is ook Haitink niet ontgaan: al vier jaar geleden zong Stotijn Mahlers Rückert-Lieder onder zijn leiding, en sindsdien heeft het tweetal (32 en 80) heel wat afgemahlerd: niet lang geleden verscheen een veelgeprezen opname van de Tweede, en in oktober zong Stotijn in Londen nog Das Lied von der Erde.
Helaas wilde het vrijdag niet vlotten. Stotijn had blijkbaar haar dag niet, want in de eerste twee liederen kwam ze nauwelijks boven het orkest uit en dat lag toch echt niet aan de geluidssterkte van het door Mahler spaarzaam ingezette instrumentarium.
Pas in het derde lied, Wo die schönen Trompeten blasen, verhief de mezzo zich boven de orkestoppervlakte, die door Haitink heel transparant en subtiel werd neergelegd. In de twee afsluitende liederen kwam ze iets beter uit de verf, maar van een sterke vertolking was nog altijd geen sprake, al was haar mimiek welsprekend genoeg. De uitbundige ovaties moeten dan ook eerder zijn aangeblazen door Stotijns reputatie dan door haar prestatie.
Dankzij Haitinks vertolking van Beethovens Pastorale kreeg de Eerste Kerstdag toch nog enige muzikale inhoud. Opvallend is het donzige patina dat de door de huidige chef Mariss Jansons zo robuust gemaakte orkestklank aanneemt. Haitink streeft naar een vloeibaarheid die zich ergens op het precaire snijpunt tussen precisie en onscherpte bevindt.
Soms slaat de balans even door naar het laatste, maar in het algemeen weet hij een soort superlegato met een verende cadans te bereiken. Beethovens meest lyrische, door de natuur geïnspireerde symfonie krijgt daardoor een weldadig bespiegelend karakter.
Dat de televisie het nodig vond de onweersscène en de daaropvolgende opklaring kracht bij te zetten met uit-en infadend licht, getuigt van weinig vertrouwen in de magiër Haitink die het KCO als één enkel instrument liet vibreren en gonzen.
© Frits van der Waa 2009