Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 juni 2010

Excentrieke toondichter hulde zich in mythen

'Naarmate ik ouder word, merk ik dat ik mijn afkeer van mijn medemensen hand over hand toeneemt. Ik vind het al moeilijk genoeg om mijn eigen fouten en gebreken met de gepaste lankmoedigheid te verdragen; die van anderen ervaar ik als een ondraaglijke last.'

Aldus de componist Kaikhosru Sorabji in een in 1947 gepubliceerd essay Il Gran Rifiuto (De grote weigering), waarin hij zijn redenen uiteenzet om niet meer naar concerten te gaan, niet meer met musici om te gaan, en zich terug te trekken in een granieten toren, 'met ruimschoots voldoende kokende olie en gesmolten lood bij de hand om over de hoofden van ongewenste en ongenode bezoekers te kunnen gieten die inbreuk maken op mijn privacy en afzondering.'

Sorabji, al zijn hele leven een Einzelgänger, trok zich begin jaren vijftig terug in een dorpje in Dorset met de naam Corfe Castle, wat meteen weer tot de misvatting leidde dat hij in een kasteel woonde.

Gezien de mystificaties waarmee de excentrieke toondichter zich omhulde, was dat niet verbazend. Over zijn geboortejaar verstrekte hij opzettelijk foute gegevens om te voorkomen dat iemand zijn horoscoop zou trekken. Het verhaal ging dat hij alle uitvoeringen van zijn werk verboden had. 'Niet uitgevoerd te worden is veruit te verkiezen boven een wanstaltige misvorming,' vond hij. Maar zijn reputatie dankte hij in de eerste plaats aan zijn grote piano- en orgelwerken, waarvan er maar enkele in druk waren verschenen en waarvan vooral de tijdsduur ongekende dimensies kon bereiken.

Het Holland Festival brengt komende zondag een van die werken, de Tweede Symfonie voor orgel uit 1929-32, een werk dat een uur of zeven duurt, en nog maar één keer integraal is uitgevoerd, namelijk in Glasgow, op 6 juni jongstleden. Voor beide uitvoeringen tekent begrijpelijkerwijs dezelfde organist, Kevin Bowyer, die er jaren over heeft gedaan om de 350 moeilijk ontcijferbare, in grote creatieve drift geschreven pagina's van het stuk om te zetten in een makkelijk leesbare notatie.

Het is overigens niet de eerste keer dat Sorabji's muziek in Nederland tot klinken komt. Al in 1982 speelde pianist Geoffrey Douglas Madge het Opus Clavicembalisticum, een cyclus van bijna vier uur, en in 2004 ontfermde Reinier van Houdt zich over de nog iets langere Symphony No. 4 for piano alone.

'Het is niet te veel gezegd dat de kennismaking met zijn werk mijn leven veranderd heeft,' schrijft Bowyer in een toelichting op de Eerste Orgelsymfonie, een werk van slechts twee uur. 'Het is onmogelijk Sorabji te spelen en dezelfde mens te blijven.' Bowyer is aan het eind van de jaren tachtig nog op audiëntie geweest bij Sorabji, die toen over de negentig was en niet meer zo afwijzend stond tegenover publieke uitvoeringen van zijn werk .

Sorabji werd in 1892 in Essex geboren als Leon Dudley Sorabji, maar veranderde zijn voornamen later in Kaikhosru Shapurji, om zijn afkomst te onderstrepen. Hij had een Engels paspoort, maar zijn vader was een Parsi en zijn moeder was van Spaans-Siciliaanse afkomst. Als hij voor Indiër werd versleten werd hij erg boos, en een Brit wilde hij ook niet zijn. Hij washomoseksueel. Sorabji had een privé-inkomen, zodat hij niet hoefde te werken voor de kost. Hij ontplooide niettemin een grote activiteit als componist, muziekcriticus en pianist. Zijn kritieken waren vaak geestig en menigmaal giftig, met lange complexe zinnen. Hij moet een bevlogen pianist zijn geweest, maar trad na 1936 niet meer in het openbaar op.

De architectuur van Sorabji's muziek is weldoordacht en veelal gebaseerd op klassieke vormen als variaties en fuga's, maar de samenklank is mistig, ambigu en complex. 'De harmonie bijt als salpeterzuur, het contrapunt knarst als de molens van God,' schreef hij over de slotpassage van zijn Opus Clavicembalisticum. Zijn grote voorbeeld was de componist en pianist Ferruccio Busoni, en voorts koesterde hij bewondering voor componisten als Skrjabin, Reger, Szymanowki, Alkan, Mahler, Wagner en Berlioz – kunstenaars die net als hij het grootschalige, grensoverschrijdende en utopische nastreefden. Van Mozart, Beethoven of Mendelssohn moest hij niets hebben, dat vond hij veel te simpel.

'De beperkingen van het menselijk oor?', schamperde hij al in 1922 in een brief aan een bevriende collega. 'Waarom zou ik daar verdorie rekening mee houden als ik me in mijn eigen oren niet bewust ben van dergelijke beperkingen? Is het niet denkbaar dat mijn muziek juist op grond van haar aard en wezen alleen een uiterst select publiek kan en moet aanspreken?'

Sorabji bleef tot enkele jaren voor zijn dood in 1988 actief als componist, hoewel het overgrote deel van zijn werk nog altijd niet is uitgegeven. Ondanks zijn kluizenaarsbestaan had hij een aantal goede vrienden die hij vertrouwde en volgens wie hij een hartelijk en onbaatzuchtig mens was. In de loop van de jaren zeventig wisten enkele pianisten hem ervan te overtuigen toestemming te verlenen om een aantal van zijn werken uit te voeren en op de plaat te zetten, zodat het althans enige bekendheid heeft gekregen.

Maar muziek voor de zo door de componist verafschuwde massa zal het nooit worden. Met die factor heeft ook het Holland Festival rekening gehouden. Want de concertganger betaalt voor Sorabji's orgelsymfonie een spotprijsje van nog geen twee euro per uur – wat natuurlijk niets zegt over het soortelijk gewicht van de muziek.


Sorabji Marathon. De Tweede Symfonie van Kaikhosru Sorabji door Kevin Bowyer. 20 juni, Orgelpark, Amsterdam.
© Frits van der Waa 2010