Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 februari 2011

Hoog gemikt en raak geschoten

Jan Vriend: Jets d'Orgue. Jan Hage. Quintone.

In de twintig jaar sinds Jan Vriend zijn Jets d'Orgue voltooide, is het werk nog maar door twee organisten uitgevoerd: de Duitser Gottfried Sembdner, die het ooit in première bracht, en de Nederlander Jan Hage, die het nu integraal op de plaat heeft gezet.

Vriend, 72 inmiddels, is nooit bang geweest om zijn tanden in iets groots te zetten, maar met Jets d'Orgue, waaraan hij vijf jaar gewerkt heeft, heeft hij echt hoog gemikt – en raak geschoten. Er zijn niet veel orgelwerken die tegelijkertijd een catalogus van actuele compositietechnieken bieden, en ook nog eens zo listig en met zoveel vakkennis en fantasie de mogelijkheden van het instrument exploreren.

Hage geeft in zijn toelichting aan dat hij elke maat van het werk heeft moeten bevechten, en dat is voorstelbaar, want er gebeurt bij wijlen verbijsterend veel tegelijk. Toch klinkt de uitvoering allerminst zwoegend, eerder uitbundig en joyeus. En het moet ook wel een genot zijn om uitgerekend dit werk te spelen op het beroemdste orgel van Nederland, het Müller-orgel in de Haarlemse St.Bavo, een instrument dat stamt uit 1738 en toch geschikt is voor muziek uit 1991.

Vriend doet aan muzikaal machtsverheffen, want elk van de drie delen bestaat uit drie door drie segmenten gevormde subsecties. Dat klinkt rigide, maar geeft de componist de ruimte om zich naar hartelust uit te leven zonder op bandeloosheid betrapt te kunnen worden. Aldoor is er perspectief, meerlagigheid, groei en evolutie. Naast de orgelfonteinen uit de titel klinken hier ook orgeldruppeltjes, vlammenzeeën, ontdooiende mastodonten, en klankvelden waarin zich toch weer aardverschuivingen voordoen. Vriend weekt de timbres en toetsen van het orgel van elkaar los, maakt ze kneedbaar en organisch, en weet een trait d'union tot stand te brengen tussen Xenakis en Beethoven.

Je moet natuurlijk wel van moderne muziek houden – maar dan heb je met deze cd ook een monument in handen.

César Franck: orgelwerken. Leo van Doeselaar. Orgelpark (2 cd's).

Voor iemand die tot de grote orgelcomponisten wordt gerekend heeft César Franck niet eens zoveel voor het instrument gecomponeerd. Zijn complete werk voor orgel solo past op twee cd's. Ja, er zijn nog flink wat stukken voor harmonium, maar dat is toch andere koek.

Leo van Doeselaar laat op het Verschueren-orgel van het Amsterdamse Orgelpark horen dat hij veel affiniteit heeft met de wereld van Franck, waarin doorwrochtheid het schilderen van gemoedstoestanden niet in de weg staat. Het instrument beschikt over orenkietelende tongwerken, maar ook over robuuste bourdon- en contrebasse-registers. De diverse zwelmogelijkheden zijn in de opname nogal nadrukkelijk te horen, en dat is soms een beetje storend. Als je even gewend bent aan de niet aflatende modulatiedwang die nu eenmaal bij de late negentiende eeuw hoort, valt er veel te genieten. Er vloeit suikerstroop, maar ook de hand van God daalt van tijd tot tijd met kracht neer.

Vooral de Trois Chorals doen begrijpen waarom Franck door zijn tijdgenoten werd beschouwd als evenknie van Bach.


© Frits van der Waa 2011