de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 november 2011
Vooruitstrevend tot de tijd hem inhaalde
Charles de Wolff (1932-2011)
De musicus Charles de Wolff, die deze week op 79-jarige leeftijd overleed, was een van de rijzende sterren van de jaren zestig. Van huis uit was hij organist, maar al in 1964 werd hij, 32 jaar oud, benoemd tot chef-dirigent van het Noordelijk Philharmonisch Orkest, een functie die hij vervulde tot 1989, toen het orkest met het Frysk Orkest fuseerde tot het Noord-Nederlands Orkest. Minstens even groot was zijn betekenis als artistiek leider van de Nederlandse Bachvereniging, waar hij van 1965 tot 1983 aan het roer stond.
De Wolff, in 1932 geboren in het Groningse Onstwedde, liet zich in zijn artistieke keuzes mede leiden door zijn christelijke levensovertuiging, maar was geen conservatief. Hij nam het op voor eigentijdse muziek, met name voor Nederlandse componisten, en ook zijn Bachvertolkingen golden aanvankelijk als vooruitstrevend, zeker vergeleken met de romantisch getinte uitvoeringen van het Concertgebouworkest.
Maar De Wolffs opvattingen werden ingehaald door de tijd. In de loop van de jaren zeventig vonden de inzichten van de historisch geïnformeerde muziekpraktijk, waarbij met kleinere gezelschappen en stijlgetrouw instrumentarium werd gewerkt, algemeen ingang. De Wolffs positie bij de Bachvereniging marginaliseerde geleidelijk, al bleef hij verantwoordelijk voor de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus Passion, het uithangbord van de Bachvereniging. Maar in 1983 ging het roer om en kwam het tot een schisma. De Wolff verliet de Bachvereniging, met medeneming van de helft van het koor, en ging verder met het Bachkoor Holland, dat hij met een korte onderbreking leidde tot 2003.
Hij bleef daarnaast actief als organist, en gaf tot een aantal jaren voor zijn dood recitals in binnen- en buitenland. Hij gold als een groot vertolker van Bach, Reger en Messiaen. Zijn artistieke nalatenschap bestaat daarmee allereerst uit de vele grammofoonplaten en cd's die hij in de loop van zijn carrière heeft opgenomen.
© Frits van der Waa 2011