Achternaam was niet nodig voor Josquin
Willem Elders: Josquin des Prez en zijn muzikale nalatenschap. Verloren; 256 pagina's, € 29,- ISBN 9789087042325.
Hij was een van de grootmeesters van de muziek, de eerste componist wiens naam en noten na eeuwen nog rondgonsden. In zijn werk gaan constructie, getal en expressie een wonderbaarlijke fusie aan, die later alleen nog werd overtroffen in de muziek van Bach. Toch zijn er, zelfs in de oude-muzieksector, niet veel liefhebbers bij wie de naam Josquin des Prez meteen enthousiaste belletjes doet rinkelen.
Misschien dat daar verandering komt nu er voor het eerst een Nederlandstalig standaardwerk over de componist is verschenen. In Josquin des Prez en zijn muzikale nalatenschap biedt musicoloog Willem Elders een even compact als diepgaand overzicht van Josquins leven en oeuvre. Dat is hem wel toevertrouwd, want hij is al veertig jaar betrokken is bij de New Josquin Edition, die binnen enkele jaren voltooid zal zijn.
Josquin was net als Dante, Rafaël en Rembrandt zo beroemd dat men aan zijn voornaam genoeg had. Hij was de belangrijkste protagonist van wat later de Nederlandse School genoemd werd, maar eigenlijk een Vlaamse aangelegenheid was. Hij werd omstreeks het jaar 1455 geboren in de omgeving van Doornik, stierf in 1521 in Condë-sur-l'Escaut en verkeerde aan de vorstenhoven van Frankrijk en Italië, waar veel zangers uit die contreien emplooi vonden.
De biografische sporen die Josquin heeft nagelaten zijn schaars. Bij zijn muziek is het eerder andersom. Zijn werk is wijdverbreid en hoorde ook tot de eerste muziek die in druk werd uitgegeven. Het probleem is alleen dat er veel 'ondergeschoven kinderen' zijn: muziek die, meest uit winstbejag, als werk van Josquin in omloop werd gebracht. Juist omdat Josquin zich in de loop van zijn leven als componist steeds verder ontwikkelde, en bovendien veel invloed uitoefende op zijn tijdgenoten is het niet altijd makkelijk de schapen van de bokken te scheiden.
Met dat al is er genoeg waarvan zijn auteurschap wel vaststaat: 18 missen, 62 motetten, ongeveer evenveel meerstemmige chansons, en een handjevol instrumentale composities. Josquins muziek is bij uitstek vocaal, net zoals die van zijn tijdgenoten, en voor het overgrote deel liturgisch of religieus van aard. In zijn missen is het muzikale bouwwerk bijna altijd gegrondvest op een al bestaande of speciaal geconstrueerde melodie, die gewoonlijk in lange noten gezongen wordt. Van de motetten is bijna de helft gewijd aan de figuur van Maria, die blijkbaar een bijzondere betekenis had voor de componist. Elders laat zien hoe Josquin op tal van manieren hoorbare maar ook onhoorbare zoals getallensymboliek extra betekenislagen aanbracht in zijn muziek.
Al die werken worden stuk voor stuk beschreven in het tweede deel, dat meer dan de helft van het boek beslaat. Notenvoorbeelden zijn hierbij onontbeerlijk, maar de beschrijvingen zijn beknopt en helder, en ook is er een glossarium, waarin alle vaktermen netjes worden uitgelegd. Het is een meer dan loffelijk compendium, maar in sommige opzichten blijft een beetje droogzwemmen. Want van een deel van Josquins werk bestaan niet eens cd-opnamen. Zeker nu de New Josquin Edition zijn voltooiing nadert wordt het hoog tijd voor een integrale cd-editie van Josquins werk. Elders heeft in elk geval het zijne gedaan om de realisatie van zo'n project dichterbij te brengen.
© Frits van der Waa 2011