de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 februari 2012
Miscompositie zat Diepenbrock hoog
Diepenbrock en Franck, door het Groot Omroepmannenkoor en Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Sigvards Klava en Serge Baudo. 25 februari, Concertgebouw, Amsterdam.
Het Nederlandse concertleven grossiert in grote en kleine historische gebeurtenissen, maar de uitvoering van Alphons Diepenbrocks Missa in die festo tijdens de afgelopen Zaterdagmatinee kan met een stip worden bijgeschreven in de annalen. Niet alleen geldt Diepenbrock als een van de oorspronkelijkste Nederlandse componisten; de Mis, ontstaan in 1890-91, is bovendien zijn eerste grote compositie. Zelf moest hij vijfentwintig jaar wachten op een uitvoering. De uitvoering zaterdag door het Groot Omroepmannenkoor en organist Leo van Doeselaar was de eerste in 120 jaar die werd gegeven door een professioneel vocaal ensemble.
Het concert wordt in april op tv gebracht en als alles goed gaat zal het ook verschijnen in een achtdelige cd-box met andere opnamen van Diepenbrocks werk. Het is namelijk 150 jaar geleden dat de componist geboren werd. Dat is aanleiding voor het verschijnen van enkele boeken en uitvoeringen van zijn werk, met het zwaartepunt in september, de geboortemaand van de componist.
Vanaf de eerste inzet maakten de mannen van het Omroepkoor hoorbaar dat het bij deze muziek gaat om een opdracht die de componist hoog zat, het op een nieuwe manier verklanken van de aloude misteksten. Hoewel het idioom ons nu laatromantisch in de oren klinkt, heeft het een paar heel eigen kenmerken: de buitenstemmen en de harmonische basis zijn helder. Daartussen kronkelen de middenstemmen als grillige klimop-ranken, samen met die in de grotendeels zelfstandige orgelpartij.
Het werk, dat vijftig minuten duurt, stelt hoge eisen aan de zangers. Diepenbrock had een minutieuze aandacht voor de tekst: in het Gloria en het Credo krijgt elk zinsdeel zijn eigen sfeer en expressie. In delen met weinig woorden zoals het Kyrie schiep hij zijn eigen dramaturgie, waarin de orgelpartij bij wijlen indringende interludes toevoegt, maar soms ook de mannenstemmen onbegeleid voort laat zweven. De grote transparantie en expressie was mede te danken aan de stuurmanskunst van de Let Sigvards Klava, een van de beste koordirigenten van dit moment. De zwakste schakel in het nog altijd sterke geheel was de in de hoge noten wat larmoyante bijdrage van solotenor Deniz Yilmaz.
Als machtig nagerecht fungeerde de Symfonie in d van César Franck, waarin dirigent Serge Baudo (84) vlijtig rondroerde in de kookpot met oorklevende melodieën, maar dat soms zo ijverig deed dat het klankbeeld wat troebel werd.
© Frits van der Waa 2012