de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 maart 2012
Deidamia is mal, maar niet te dol
Deidamia, van Händel, door De Nederlandse Opera o.l.v Ivor Bolton en David Alden. T/m 1 april. Radio 4: 7/4, 19.00 uur.
Bij de Nederlandse Opera was Troje troef dit seizoen een vruchtbaar thema, dat veel componisten geïnspireerd heeft en daarmee reikte van de 18de tot de 21ste eeuw. De laatste in de reeks, Händels Deidamia, is veruit de lichtvoetigste, en gaat over de poging om de jonge held Achilles buiten de Trojaanse oorlog te houden door hem als meisje te verkleden. De listige Ulisse weet hem echter te ontmaskeren.
De titelheldin Deidamia is de dochter van de koning bij wie Achilles zich schuilhoudt en natuurlijk zijn die twee verliefd op elkaar. Dat zijn de ingrediënten van Händels laatste opera, gecomponeerd in 1741.
Het is wel lachen geblazen als Olga Pasichnyk, mannelijk gemaakt met schoudervullingen, in een knalroze jurk met petticoat ten tonele verschijnt als Achilles maar voor zover het de andere personages betreft, is het eigenlijk een vrij ernstige opera.
Regisseur David Alden, bij wie het vroeger vaak kermis was, heeft er voor zijn doen dan ook een ingetogen enscenering van gemaakt. Het vertier wordt voornamelijk geleverd door gestileerde dansjes van de figuranten, die de Grieken neerzetten als operettecommando's en met een gewei op ook voor hert kunnen spelen. Het is mal, maar keurig gedoseerd, zodat het niet te dol wordt. Decorontwerper Paul Steinberg heeft gezorgd voor een schitterend wolkenzwerk boven een spiegelende zee, die in het derde bedrijf plaatsmaakt voor een tempel met trappen.
Deidamia is vooral een zangersvehikel. Afgezien van een enkel duet en een paar minikoortjes hanteert Händel een vaste pendelbeweging van recitatieven en aria's. De dragende kracht van de solisten is dus essentieel, en die schiet dan ook niet tekort. Veronica Cangemi, Umberto Chiummo en Andrew Foster-Williams leveren substantiële bijrollen. Pasichnyk, een heldere sopraan met veel pit, zet een Achille neer waar de testosteron van af sproeit. De Britse sopraan Sally Matthews zingt gevoelig en is opgewassen tegen de stevige rol van Deidamia zonder meer gevoelvol, maar is, met alle respect, geen barokzangeres. Met haar ietwat gevoileerde timbre en haar hoogfrequent vibrato detoneert ze enigszins en ze wordt dan ook voorbijgestreefd door de Spaanse Silvia Tro Santafé die met een prachtig, licht metalig timbre moeiteloos de virtuoze versieringen van de Ulisse-partij gestalte geeft.
Dirigent Ivor Bolton, die ook herhaaldelijk achter het klavecimbel duikt, verleent Händels muziek samen met het barokorkest Concerto Kölln luister, vanzelfsprekendheid en boeiende contrasten. Toch kan dat niet verhelen dat de inspiratie de grote componist in deze opera niet kwam aanwaaien. Maar hij was wel slim genoeg om op het dramatisch hoogtepunt, aan het eind van het tweede bedrijf, een drietrapsraket van sublieme aria's te lanceren.
© Frits van der Waa 2012