Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 29 maart 2012

Bachs uitgestalde rijkdom met gamba overstelpend

Johannes-Passion door het Nederlands Kamerkoor en Le Concert Lorrain o.l.v. Christoph Prégardien. 26 maart, Concertgebouw, Amsterdam.
Matthäus-Passion door de Nederlandse Bachvereniging. 27 maart, De Doelen, Rotterdam. Herh.: Aardenburg (31/3), Naarden (1,4,5,6,7/4), Utrecht (3/4)

Het passieseizoen is nu volop losgebarsten, maar voor het Nederlands Kamerkoor is het al meer dan een week bezig. Het gezelschap maakt met Bachs Johannes-Passion een grote rondreis door heel Europa, die op Stille Zaterdag eindigt in Parijs. Bijna in het voorbijgaan trad het ensemble maandag op in het Amsterdamse Concertgebouw.

De Johannes-Passion past op twee cd's, en is in dat opzicht een 'light'-versie van de Matthäus, waarvoor je er toch echt drie nodig hebt. De wijze waarop het Kamerkoor en het Franse orkest Le Concert Lorrain het werk tot klinken brengen, is uitgesproken helder en concies. Dat is voor een belangrijk deel het werk van Christoph Prégardien, een zanger die zich sinds enige tijd op het dirigentenpad heeft begeven. Hij diept uit Bachs werk de theatrale en dramatische elementen op, met behulp van een uiterst plooibare behandeling van tempo en dynamiek. Binnen een enkel onderdeel, bijvoorbeeld het openingskoraal aan het begin van het tweede deel, kan zich dan een compleet drama ontvouwen.

De keerzijde van de turbulentie die Prégardien toevoegt, is dat zangers en orkest elkaar soms een beetje kunnen verliezen, zoals sopraan Ruth Ziesak overkwam. Een elegante rots in de branding is evangelist Eric Stoklossa, een Duitse tenor met een schitterend heldere stem en voordracht. De Christuspartij van de omvangrijke Yorck Felix Speer heeft een even fraaie diepte. De altpartij van Andreas Scholl klonk wat bleekjes en tenor Andreas Weller juist weer overnadrukkelijk.

In de Rotterdamse Doelen was dinsdag de Matthäus-Passion aan de beurt, vertolkt door Bachs eigen woordvoerders, het koor en orkest van de Nederlandse Bachvereniging. In de gigantische Doelenzaal klonk het geluid van het numeriek bescheiden bezette gezelschap een beetje verloren, al kwamen de stereo-effecten van de twee koor-en orkestgroepen en het Kampen Boys Choir wel bijzonder goed tot hun recht.

Bij de Bachvereniging zingen de solisten ook mee in het koor of vice versa. Zo komt het dat de fraaie Christus, Andreas Wolf, ook na aan het kruis gestorven te zijn, nog mag zingen van 'Ich will Jesum selbst begraben'. Ook hier variëren de prestaties van de solisten nogal. Opmerkelijk zijn de hoge, klare alt van Maarten Engeltjes (Buß und Reu), en het krachtige geluid van sopraan Maria Keohane (Blute nur), maar sopraan Dorothee Mields komt, hoe lieflijk ook, lang niet altijd boven het orkest uit, zoals ook de ietwat beslagen tenor Benoît Haller in O Schmerz! zware concurrentie ondervindt van de koorcommentaren. De evangelist Benjamin Hulet is een solide zanger, met een paar prachtige topnoten.

Dirigent Jos van Veldhoven levert als altijd een zeer verzorgde uitvoering, met ruimte voor bespiegeling alsook een paar extra accenten, zoals de uitgesproken ongeduldige cellosolo in de Geduld-aria. En de rijkdommen die Bach in dit werk uitstalt en inkleurt met opulente gamba's, blokfluiten en drie verschillende soorten hobo's zijn als altijd overstelpend.


© Frits van der Waa 2012