Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 september 2012

KCO zinderend in klankmassa's Ives

Les anges, door vocaallab. 12/9 , Muziekgebouw, Amsterdam.
Lutoslawski, Murail en Ives, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Peter Eötvös. 13/9, Concertgebouw, Amsterdam.

Het ongerijmde heeft al zeker een eeuw een respectabele positie in de kunsten. Maar het is juist de kunst om ook dat weer te beteugelen. Zo veel werd duidelijk in de nieuwe aflevering van de AAA-serie, de interdisciplinaire concertreeks waarin het Koninklijk Concertgebouworkest samenwerkt met een sliert andere instellingen. Orde en chaos luidde deze keer het motto van het meerdaagse project, dat dit weekeinde wordt afgerond met een concert in het Amsterdamse Muziekgebouw en een voorstelling in theater Frascati.

In de theatrale productie Les Anges legden vier zangers van Vocaallab woensdag een onverwachte geestverwantschap bloot tussen drie heel verschillende componisten door werk van Xenakis en Satie te incorporeren in een sobere enscenering van Song Books van John Cage. De zangeressen namen zelf de pianopartijen voor hun rekening. Uit de regie van Arnout Lems, zelf leverancier van gevoelvolle baritonpartijen, spreekt een hartveroverend evenwicht, en de vocale kwaliteiten van het ensemble zijn zonder meer imponerend.

In A Hélène van Xenakis werd de scheidslijn tussen live en elektronisch weergegeven stemmen afgetast. De vrolijke anarchie van Cage bood plaats aan het stukhakken van een komkommer, maar ook aan een vertolking van 4'33", het roemruchte stuk waarin de musici er het zwijgen toe doen zodat het publiek alle overige geluiden kan beluisteren – waaronder die van enkele bezoekers die de zaal verlieten.

Krachtdadiger ging het toe bij het Concertgebouworkest. In La Désenchantement du monde, een nieuw pianoconcert van de Fransman Tristan Murail, is geen sprake van enige wanorde, al haalt de componist veel overhoop met woelige klankcomplexen, een pianopartij vol overlappende akkoordbrekingen en scherp gehamerde klanken. Solist Pierre-Laurent Aimard is daar volledig tegen opgewassen. Toch overtuigde het werk vooral in de kalmere passages met een transparanter klankbeeld.

Waar de Pool Witold Lutoslawski in zijn Jeux vénitiens (1960-'61) een bescheiden doezeldoekje over de klank haalde door de musici in bepaalde passages een zekere vrijheid te gunnen, pakte Charles Ives het een halve eeuw eerder in zijn Vierde Symfonie heel wat groter aan. Als met een grote borstel zette hij klankmassa's op elkaar, maar creëerde daarin ook uitsparingen voor feeërieke weefsels.

Onder aanvoering van de twee onafhankelijk zwaaiende dirigenten, Peter Eötvös en Bas Wiegers, leverde het Concertgebouworkest een zinderende uitvoering waarin duidelijk was dat elk element van het werk een essentieel onderdeel van het totaal is, en de chaos niet meer dan schijn.


© Frits van der Waa 2012