de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 januari 2013
Dubbele duo's in Van Onna's Verdrag
Van Onna, Schumann en Brahms, door de Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Michael Schønwandt. 11 januari, Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht.
Over de Unie van Utrecht hebben we bij de vaderlandse geschiedenisles het nodige geleerd, maar de Vrede van Utrecht van 1713 zal bij weinig mensen een belletje doen rinkelen. Toch is dat verdrag, dat een einde maakte aan Europese conflicten en oorlogen die meer dan twee eeuwen hadden geduurd, minstens zo belangrijk. Vandaar dat het uitvoerig herdacht wordt. Een van de eerste vruchten daarvan is het orkeststuk The Treaty of Utrecht, gecomponeerd door Peter van Onna, dat vrijdag in Vredenburg Leidsche Rijn zijn première beleefde.
De 46-jarige Van Onna heeft zich in de afgelopen jaren veelvuldig laten inspireren door schilders uit uiteenlopende eeuwen, maar doet het nu voor de verandering met een politieke gebeurtenis. Zijn Treaty opent met een annoncerend duet van twee hoorns, dat zich vervolgens netjes verplaatst naar de andere koperblazers en vervolgens naar het hout, waarna het slagwerk een plechtige roffel inzet in de trant van Valerius' Gedenck-clanc. Die duetten, waarvan de stijl sterk doet denken aan het bekende Fanfare for the Common Man van Aaron Copland, blijven het hele stuk door, een kwartier lang, de boventoon voeren, al worden de duo's vaak verdubbeld.
Conform het onderwerp wordt het conflict gemeden en heerst er harmonie. Niet ver voor het slot zorgen een doorgaand achtstenmotief en een klein beetje opwinding in de strijkers voor leven in de brouwerij, waarna dalende lijnen het discours overnemen. Oorstrelend is het zeker: Van Onna weet hoe hij een orkest moet hanteren, maar het stuk is aan de brave kant.
De 25-jarige Andreas Brantelid, die in oktober ook al optrad in de Cellobiënnale, liet in het Celloconcert van Schumann horen dat hij beschikt over een grote muzikaliteit en een slanke, niet zeer draagkrachtige toon. Leuk was dat Brantelid na de pauze, tijdens Brahms' Derde Symfonie, opeens aangeschoven bleek te zijn bij de cellisten van de Radio Kamer Filharmonie.
Dirigent Michael Schønwandt ontlokte de spelers veel moois, en heeft oog voor de avontuurlijker kanten van Brahms, zoals de ritmische geledingen, die zich nogal eens aan de maatstrepen onttrekken. Bij het gas terugnemen, ging desondanks de fut er dikwijls een beetje uit. Het valt deze voortreffelijke musici, voor wie over een half jaar het doek valt, niet aan te rekenen.
© Frits van der Waa 2013