Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 januari 2016

Opera Ariodante verrast als Schots dorpsdrama

Ariodante, opera van Händel, door De Nationale Opera o.l.v. Richard Jones en Andrea Marcon. 17/1, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Herh.: 20, 23, 25, 28, 31/1 en 3/2.

Het is niet zo eenvoudig Händels opera's overtuigend op de planken te brengen. De verhaallijn is vaak magertjes en dient voornamelijk als motor voor soms langdradige aria's waarin een bepaalde emotie wordt uitgelicht en die steevast terugkeren naar hun beginpunt. En dan gaat het ook meestal nog om min of meer mythische vorsten en veldheren.

De opera Ariodante, die zich eigenlijk afspeelt aan het Schotse vorstenhof, is door de Britse regisseur Richard Jones listig verplaatst naar een andere sociale klasse en tijd. Daardoor wordt het een dorpsdrama uit, pakweg, de eerste helft van de vorige eeuw. Maar Schots blijft het. De koning wordt een pater familias in kilt, de laaghartige edelman Polinesso een schijnheilige pastoor en de hofdame Dalinda een slovende huishoudster. Men leest vlijtig in de Bijbel en danst volksdansjes begeleid door de doedelzak (waarvan je in Händels muziek overigens niets terughoort).

Het decor biedt uitzicht op het interieur van een huis en het speelvlak is door twee denkbeeldige wandjes in drie vertrekken verdeeld. Het ziet er allemaal wat kneuterig uit, maar brengt het drama wel dichtbij. Doordat het zo duidelijk om 'kleine luiden' gaat, worden de perikelen van Ariodante en zijn geliefde Ginevra heel aandoenlijk.

De partijen van de twee belangrijkste mannelijke personages zijn oorspronkelijk geschreven voor castraatzangers. De twee dames die de Nationale Opera en de coproducerende operahuizen daarvoor hebben uitgezocht, doen het voortreffelijk, al kost het Sarah Connolly (Ariodante) moeite om de laagste tonen voldoende kracht te geven. De Italiaanse alt Sonia Prina zet als de met ringbaard en (zo blijkt) tatoeages getooide 'pastoor' een prachtige schurk neer.

Maar de eigenlijke hoofdrol is weggelegd voor de Duitse sopraan Anett Fritsch, die de zielenroerselen van de ten onrechte van overspeligheid beschuldigde Ginevra met grote overtuigingskracht verklankt. Ook de overige zangers verdienen alle lof, met uitzondering van Andrew Tortise (Ariodantes broer), die zowel fysiek als vocaal nogal lijzig aandoet. Het barokorkest Concerto Kšln laat Händels muziek onder leiding van Andrea Marcon gloeien en vonken. De grootste traktaties blijken echter de balletten waarmee elk bedrijf afsluit, hier vormgegeven door een groep poppenspelers die Ariodante en Ginevra net weer even uittillen boven de benepenheid van de dorpsgemeenschap, en waarin ook weer een aparte draai aan het verhaal wordt gegeven.


© Frits van der Waa 2016