de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 september 2016
Computermuziek: je hoeft het niet te begrijpen om mooi te vinden
ICMC. International Computer Music Conference:
concerten door Insomnio, Ensemble Modelo62 e.a.; 12 en 13/9,
TivoliVredenburg, Utrecht.
Zestien luidsprekertjes op pootjes staan in een carré in de foyer van TivoliVredenburg. Ze kantelen, draaien af en toe rond en slaken elektronische kreten, als vogeltjes. Maar even later ketsen pulserende tikken over en weer, of onmiskenbaar erotische zuchtjes.
Deze opstelling, Aggregat, maakt deel uit van de 42ste International Computer Music Conference, die vandaag in Utrecht zijn laatste dag ingaat. Motto: Is the sky the limit?
In de dertig jaar dat deze manifestatie voor het laatst in Nederland plaatsvond is computermuziek bijna gemeengoed geworden. Nu kan iedereen met Cubase of Garageband aan de slag. Maar bij deze conferentie, die behalve vele zeer specialistische voordrachten ook tal van concerten omvat, gaat het natuurlijk vooral over verkenningen. En het gebied is best ruim: door de computer gecomponeerde muziek, muziek met computergeluiden, en livemuziek, met al dan niet directe interactie tussen musici en computers.
Dit is muziek op de grens, de cutting edge. Spannend, want er is zowel kans op teleurstelling als op een Aha-Erlebnis. Met ruis, tik en knars valt een goed stuk te maken, maar dat kan niet iedereen. Opwindend is bijvoorbeeld het korte Alchemy van Chia-i Lin (Taiwan) waarin een slagwerker zulk flitsend weerwerk krijgt van de computer dat je niet meer weet wat waar vandaan komt of hoe het werkt maar je hoeft het niet te begrijpen om het mooi te vinden.
Ook de concerten waarbij je in het donker naar luidsprekers zit te kijken herbergen verrassingen, zoals het tamelijk krankzinnige La vie Mécanique, waarin ke Parmerud met repetitieve geluiden commentaar levert op de geluidsvervuiling, een stuk dat uiteindelijk op een houseparty niet zou misstaan.
Tegenpool daarvan zijn de stukken met visualia, zoals Submerged in Silence van I-lly Cheng debussyaanse pianomuziek waaraan de computer een extra geluidslaag en feeërieke graphics toevoegt.
Maar werkelijk groots is zap_ping_ van de jonge Portugees Igor C. Silva. Op twee schermen flitst er van alles langs, terwijl een slagwerker en een trompettiste in hechte samenwerking met de elektronica een adembenemende, superstrakke collage van jazzy sproeinoten, ruige fuzz en bij vlagen symfonische klanken laten horen. Dit is, in het bestek van een kwartier, het soort ontdekkingsreis dat dit genre belooft maar waarbij de sturende mensenhand onmisbaar blijft.
© Frits van der Waa 2016