Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Niet geplaatst artikel voor de Volkskrant, 17 april 1988


Telemanns tafelmuziek gaat verloren in grote zaal

Werken van Georg Philipp Telemann, door het Musica Antiqua Köln Kammer Orchester o.l.v. Reinhard Goebel. In: het Concertgebouw, Amsterdam.

De musici van het Musica Antiqua Köln Kammer Orchester spelen staand, tenzij hun instrument anders dicteert. Dat is een mooi gezicht. Het past bovendien in de historische uitvoeringspraktijk van het ensemble. Op achttiende-eeuwse prenten zie je dikwijls van die strijkers op een rijtje. Je kunt je afvragen of het staand spelen een muzikale dan wel een sociale betekenis heeft: misschien drukte het wel uit dat de musici in de hofkapellen niet meer waren dan dienstknechten, die je in bijzijn van de barokvorsten niet zomaar in een stoel kon laten zitten.
Die ambiance, nog benadrukt door het programma van Musica Antiqua Köln, vier composities uit de bundels Musique de table van Georg Philipp Telemann, laat zich niet zomaar transponeren naar de grote zaal van het Concertgebouw.
Het Keulse ensemble heeft in kleinere bezetting al meermalen furore gemaakt bij het Utrechtse Festival Oude Muziek. Het Amsterdamse optreden was, na eerdere concerten door het Orkest van de Achttiende Eeuw en het Amsterdam Baroque Orchestra, de derde en laatste aflevering van de serie "Groot Authentiek" die de Stichting Kamermuziek Amsterdam dit seizoen organiseert. Het programma omvatte drie concerten, waarin achtereenvolgens dwarsfluit en viool, twee hoorns, en drie soloviolen de hoofdrol speelden, en werd besloten met een Ouverture & Conclusie, een illustere orkestsuite.
Telemann componeerde pittige en smaakvolle muziek, die in sommige opzichten moderner aandoet dan die van zijn tijdgenoten Bach en Händel. De structuren zijn flitsender, en de rolverdeling tussen de verschillende instrumenten is flexibeler.
De historisch verantwoorde uitvoeringspraktijk is bij Musica Antiqua Köln gekruid met een aantal eigenwijze opvattingen. Zo liet aanvoerder en eerste violist Reinhard Goebel het slot van een Menuet wegsmelten in een opvallend diminuendo, gekoppeld aan een geprononceerde vertraging.
Niet alles verliep zo beheerst. De beide hoornisten, in de langzame delen van het Concert in Es nog idyllisch ronkend, produceerden bij het in hoog tempo genomen Vivace moeizame knerpgeluiden. En de acrobatische toeren van de violisten, hoe zwierig en welsprekend ook, bevatten enkele duidelijk te laag geïntoneerde ontsieringen.
Het was vol in de zaal. En smoorheet. De nieuwe airconditioning voert wel verse zuurstof, maar weinig koelte aan. Hoewel de spelers met energie en niet zonder glans musiceerden, ging de klank, voortgebracht door maximaal vijftien instrumenten, een beetje verloren in de grote ruimte. Dat was vooral manifest in de solistische passages, waar de dunne klank van de barokviolen, zelfs op korte afstand, pregnantie miste.
Het klopt gewoon niet. De grote zaal is niet gebouwd voor Telemann, maar voor Beethoven en Bruckner. En Telemanns tafelmuzieken zijn niet gecomponeerd om er een heel concertprogramma mee te vullen, maar om de wachttijd tussen de kwartelsoep en de getruffeerde varkenskop op aangename wijze te bekorten.


© Frits van der Waa 2006