Panorama verkeert in willekeurige
greep
Première-programma door Het Trio. De IJsbreker,
Amsterdam.
Een goed begin is het halve werk, maar neem je die stelling als
uitgangspunt, dan loop je het gevaar je kruit voortijdig te
verschieten. Dat overkwam de muzikanten van Het Trio vrijdagavond
bij hun presentatie van negen nieuwe muziekstukken. Het
driemanschap, gevormd door fluitist Harrie Starreveld,
basklarinettist Harry Sparnaay en pianist René Eckhardt,
opende sterk met de Sonata a tre van Joep Straesser, maar
dat het concert daarna nog muzikale spankracht hield was vaker de
verdienste van de spelers dan van de gespeelde componisten.
Straessers Sonata is een verrassend stuk, omdat de
componist zijn voorliefde voor intervalspelletjes en segmentatie,
die eerder werk menigmaal wat nuchter van ondertoon maakte,
geheel heeft uitgebannen, dan wel ondergeschikt heeft gemaakt aan
een flamboyant en organisch verlopend betoog. Het stuk is
ondubbelzinnig klassicistisch. De vorm is driedelig, en er is
sprake van contrasterende thema's, recapitulaties en
doorwerkingen, en het harmonisch raamwerk bevat gedurige
zinspelingen op orthodoxe samenklanken. Vooral het eerste en het
laatste deel bevatten brutale uithalen, die doen denken aan jazz
of zelfs aan gangsterfilmmuziek. Het middendeel is sereen van
atmosfeer, maar ontvouwt zich twee maal tot extraverte
klankwaaiers.
Onder het achttal daarop volgende composities, merendeels
speciaal voor Het Trio geschreven en nooit eerder uitgevoerd,
waren er maar enkele die een stevige greep op de materie
verrieden. Ook twee werken van Franco Donatoni hadden, de
meesterhand van deze Italiaan ten spijt, iets vrijblijvends.
Tegenover zijn pianowerk Rima uit 1983,dat in zijn
verwerking van steeds hetzelfde materiaal halsstarrig aandoet,
stond HET, een aaneenschakeling van vijftien aforistische
deeltjes. Een soort van dagboeknotities, sprankelend, maar een
beetje versplinterd.
Ook Duale B van Donatoni's landgenoot Fabio Nieder, een
duet voor Sparnaay en Starreveld, is aforistisch van opzet, maar
veel minder uitgebalanceerd,doordat de vier delen extreme
verschillen in lengte en karakter vertonen.
Spray van de Australische componist Michael Smetanin bleek
een sterk stuk, dat in een bestek van zes minuten een fascinerend
parcours langs scherpe, snel evoluerende harmonieën aflegt,
gedrapeerd over een dwingende, constante puls.
De stukken van de Fransman Henri Kergomard, de Roemeense Liana
Alexandra, de Engelsman Jonathan Harvey, en diens naar
Australië geëmigreerde landgenoot Andrew Ford waren om
uiteenlopende redenen onbevredigend. Zo verkeerde het programma,
dat op papier een panorama van het componeren anno 1990 leek te
bieden, in een wat willekeurige greep uit hoofdzakelijk het
tweede echelon.
Het Trio neemt kennelijk het welwillende standpunt in dat alle
nieuwe muziek het verdient gespeeld te worden. Het is loffelijk,
maar eigenlijk is het niet meer dan het principe er geen
principes op na te houden.
© Frits van der Waa 2006